NL
De vorstbeschermingsfunctie van de waterverwarmer meet de watertemperatuur die terugkeert
van de verwarmingsspiraal. Bij lage buitentemperaturen, wanneer er een risico op bevriezing van het water
is, wordt een drieweg-watermengklep geopend en wordt de pomp voor heet water gestart om te voorko-
men dat de temperatuur van het water in de verwarming daalt. Als de watertemperatuur die terugkeert
van de verwarmingsspiraal nog steeds onder de kritische limiet daalt, wordt de unit gestopt en worden de
buitenluchtkleppen gesloten om te voorkomen dat koude lucht de unit binnendringt.
Bij gebruik van de luchtbehandelingsunit bij temperaturen lager dan 0 °C, is het nood-
zakelijk om een water-glycolmengsel als warmteoverdrachtsmiddel te gebruiken of om
een retourwatertemperatuur van minimaal 25 °C te handhaven.
Tegenstroom warmtewisselaar vorstbescherming
Door de warmteoverdracht en condensatie die in de tegenstroomwarmtewisselaars optreedt, ontstaat
de mogelijkheid dat deze bij lage luchttemperaturen bevriest. De luchtbehandelingskasten hebben diverse
maatregelen om de kans op bevriezing te verkleinen. Bij dergelijke units kan, wanneer de buitentempera-
tuur tot -4°C daalt, de voorverwarmer (geïntegreerd of extern) worden geactiveerd. De capaciteit van de
voorverwarmers wordt geregeld op basis van de buitenluchttemperatuur, het luchtdebiet en de hoeveel-
heid vocht in de afgevoerde lucht. Als de luchtvochtigheid binnenshuis erg laag is, is er waarschijnlijk geen
gevaar dat de warmtewisselaar bevriest, zelfs niet bij zeer lage buitentemperaturen.
Om een goede werking van de voorverwarmer te garanderen, moet een bedie-
ningspaneel of een aparte vochtigheidssensor in de geventileerde ruimten worden ge-
installeerd (zie "Installatiehandleiding").
Als je de voorverwarmer om wat voor reden dan ook niet wilt gebruiken, kan de anti-ijsbeveiliging
worden uitgeschakeld. In dit geval wordt de luchtbehandelingsunit gestopt wanneer de buitenluchttempe-
ratuur lager is dan -4 °C, waardoor de warmtewisselaar tegen schade wordt beschermd.
Als bij zeer lage buitentemperaturen het vermogen van de voorverwarmer niet vol-
doende is, worden beide ventilatoren geleidelijk vertraagd om de warmtewisselaar te-
gen bevriezing te beschermen.
Hoe de functie in- of uit te schakelen of de instellingen te wijzigen, leest u in de sectie "Geavanceerde
instellingen".
Vorstpreventie op units met roterende warmtewisselaar
Als er een hoge luchtvochtigheid is in de afvoerlucht (bijvoorbeeld in een nieuw gebouw), kan er in
de winter condensaat ontstaan in de unit, die uiteindelijk zal bevriezen. De beschermingsfunctie zal in de
winter automatisch de ventilatie-intensiteit verminderen in gevallen waarin de luchtvochtigheid binnen te
hoog is en er een risico op condensatie op de binnenwanden van de unit bestaat. Wanneer de vorstbescher-
ming actief is, wordt het symbool voor luchtstroomvermindering weergegeven op het bedieningspaneel
(zie sectie "Bedieningspaneel C6.1").
Hoe de functie in- of uit te schakelen, leest u in de sectie "Geavanceerde instellingen".
1
Alleen voor CF-units.
2
Alleen op R-type units.
12
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
1
2
C6M_user manual_24-06