Inhoudsopgave
Advertenties
Voorbeeld RS 1000/EV C01 met aardgas G20:
Werking aan maximum modulatievermogen
Gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 21)
Druk in de verbrandingskamer
59,2 - 10
Een druk van 49,2 mbar, kolom 1, komt in Tab. K overeen met
een vermogen van 9000 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting; het werkelijke debiet
wordt daarna gemeten op de gasmeter.
Om de noodzakelijke gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 21) te
kennen, na vaststelling van het maximum modulatievermogen
waarmee de brander moet werken:
–
zoek in Tab. K van de brander de waarde voor het vermogen
die het dichtst in de buurt van de gewenste waarde ligt.
–
Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan het afname-
punt 1)(Afb. 21).
–
Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de verbran-
dingskamer op.
Voorbeeld RS 1000/EV C01 met aardgas G20:
Werking aan maximum modulatievermogen
Gasdruk bij een vermogen van 9000 kW
Druk in de verbrandingskamer
49,2 + 10
druk nodig op het afnamepunt 1)(Afb. 21).
5.11.5 Aansluiting gasstraat - ontstekingsvlam
De brander is voorzien van een speciaal ontworpen gasstraat die
op de mof bevestigd is.
➤ Voer de aansluiting op de hoofdgasstraat uit achter de filter
of de drukregelaar (afhankelijk van de configuratie).
Toevoerdruk 68 ÷ 500 mbar.
OPGELET
5.11.6 Ontstekingsvlam
Voor een correcte functionering moet de gasdruk geregeld wor-
den die wordt gemeten op het drukafnamepunt 1)(Afb. 22). Han-
del als volgt:
Model
RS 1000/EV C01
RS 1200/EV C01
Controleer de stabiliteit van de ontstekingsvlam
alvorens de hoofdbrander te ontsteken.
OPGELET
Controleer het volgende in geval van problemen bij de ontste-
king:
➤ de juiste stand van de ontstekingselektrode;
➤ de gasdruk, volgens de uitleg.
20062136
= 59,2 mbar
=
10 mbar
= 49,2 mbar
= 49,2 mbar
=
10 mbar
= 59,2 mbar
Gas
mbar
Sm
G20
1,5
G20
40
Installatie
20089872
D11559
3
/h
12,3
14,3
Tab. L
22
NL
2
1
Afb. 21
Afb. 22
Advertenties
Inhoudsopgave
