9 Instellingen
Afb.141 Functie-stooklijn
2
4
3
0V
5
126
GSHP
Functiewerking: ING.0-10V
10V
1
6
Indien de ingangsspanning lager is dan de parameter VMIN/OFF 0-10V, is
de generator uitgeschakeld.
De richttemperatuur van de generator komt precies overeen met de
ingang 0-10 V.
De secundaire circuits van de generator blijven functioneren, maar hebben
geen enkele invloed op de watertemperatuur van de generator.
Bij gebruik van de ingang 0–10 V en van een secundair circuit op de
generator moet de externe regelaar die deze spanning 0-10 V levert, altijd
een temperatuur vragen die minstens gelijk is aan de behoeften van het
secundaire circuit.
9.2.8
MAX.T KRING B / MAX.T KRING C
1. Sluit een veiligheidsthermostaat aan op het TS-contact van de
9.2.9
VERVROE.A / VERVROE.B / VERVROE.C
Deze functie dient om in de buurt van de kamercomforttemperatuur (min
0,5 K) te komen op het tijdstip waarop de overschakeling naar de DAG-
modus plaatsvindt.
De begintijd van het klokprogramma begint komt overeen met het einde
van de versnelde opwarmingsfase.
De functie wordt ingeschakeld door een andere waarde dan NEE in te
stellen.
De ingestelde waarde komt overeen met de tijd die nodig wordt geacht
voor het systeem om de installatie weer op juiste temperatuur te brengen
bij een buitentemperatuur van 0°C, uitgaande van een residuele
kamertemperatuur die overeenkomt met de (gereduceerde) lagere
richttemperatuur 's nachts.
De anticipatiefunctie werkt optimaal als er een kamertemperatuur sensor
is aangesloten.
De Diematic iSystem regelaar zal de anticipatietijd automatisch fijner
afstellen.
1 TEMPERATUUR : Richtwaarde van de vertrektemperatuur (°C)
2 Spanning op de ingang (V) - DC
3 CONS.MIN 0-10V : Minimum richttemperatuur
4 CONS.MAX 0-10V : Maximum richttemperatuur
5 VMIN/OFF 0-10V : Voltage overeenkomend met de maximale
richttemperatuur voor uitschakeling van de generator.
6 VMAX 0-10V : Voltage overeenkomend met de maximale
richttemperatuur voor uitschakeling van de generator.
Maximum temperatuur van het circuit: MAX.T KRING A /
Waarschuwing
Bij een vloerverwarming mag de fabrieksinstelling van 50°C niet
worden gewijzigd. De regelgeving vereist een veiligheidssysteem
onafhankelijk van de regelaar, met handmatige reset die de
warmtetoevoer naar het vloerverwarmingscircuit stopt wanneer de
temperatuur van de vloeistof 65°C (DTU 65-14) bereikt.
connector van de pomp.
Belangrijk
Houd het vloerverwarming veiligheidsthermostaat uit de buurt van de
warmtepompaanvoer om ongewenste circuit onderbrekingen te
voorkomen.
Inschakeling en instelling van de anticipatietijd:
7611378 - v05 - 09012019