Inhoudsopgave
Advertenties
De labelsensor selecteren en instellen
De labelsensoren vertellen de printer waar de voor- en achterranden van de labels, voeringen en materialen zijn, zodat de printer telkens
weet waar het volgende label moet worden afgedrukt. De sensoren moeten bij het installeren van een nieuwe labelrol die van de vorige
labelrol verschilt altijd worden gecontroleerd en aangepast.
Op de i5100 zijn twee soorten sensoren. Welke sensor wordt gebruikt, hangt af van de fysieke stijl of de "fysieke opzet" van het
geïnstalleerde label.
• Bij gebruik van IP-labelrollen van Brady vermeldt het display welke sensor moet worden geselecteerd en waar die sensor kan worden
gevonden, zodat het kan samenwerken met het geïnstalleerde label. Dit maakt deel uit van afdrukken in de Brady-modus of in de gedeeltelijke
Brady-modus.
• Bij gebruik van niet-IP-labelrollen moet de gebruiker weten welke sensor moet worden gebruikt, deze selecteren en dan de sensor visueel
aanpassen aan de juiste locatie. Dit hoort bij afdrukken in de standaardmodus.
Twee soorten sensoren
Sensoren worden in het instellingenmenu van de printer "geselecteerd", en aangepast of "ingesteld" door een mechanische schakelaar of
schuifregelaar op de printer te verplaatsen.
• De afstandssensor detecteert door het materiaal waar de scheiding tussen de labels zich bevindt zodat het weet waar de labels beginnen. Er
zijn twee sensorogen voor de afstandssensor die aangeduid worden als #1 en #2; de ene ligt iets meer naar rechts van de andere. Er wordt
maar één gebruikt, maar er zijn er twee voor situaties met verschillende labels OVER de voering.
• De afstandssensor kan worden aangepast door een kleine schakelaar op #1 of #2 in te stellen.
• De spiegel-/uitsparingsensor detecteert uitsparingen, uitsparingen en ook zwarte markeringen op de achterkant van de voering zodat bekend
is waar het volgende label begint.
• De spiegel/uitsparingsensor kan worden aangepast door het "oog" van de sensor naar links of rechts te schuiven om het op gelijke hoogte te
brengen met de uitsparing of markering op het geïnstalleerde label.
Selecteren en instellen van de afstandssensor bij gebruik van IP-labelrollen
1.
Laad de labelrol volgens de aanwijzingen in het hoofdstukje Laden van labelrollen. Het bedieningspaneel aan de voorkant moet
omlaag worden gebracht, de afdrukmodule helemaal open, en u moet letten op pictogram en cijfer voor de sensor op het display.
2.
Als de printer de noodzaak van de afstandssensor detecteert, is het pictogram op het scherm het pictogram voor de afstandssensor
met nummer 1 of 2.
3.
Ga naar de vierkante groene schakelaar voor de afstandssensor aan de onderkant van de open printmodule.
4.
Schuif de kleine zwarte schakelaar met een smal puntig gereedschap naar 1 of 2, afhankelijk van het cijfer op het display.
5.
Sluit de afdrukmodule helemaal zodat beide zijden goed zijn vergrendeld.
6.
Ga vanaf het printerscherm naar Setup > Labels > Labelsensor en selecteer Afstandssensor en dan het groene vinkje.
7.
Doe de printmodule weer open.
8.
Ga door met "De lintrol plaatsen" op pagina 21.
BradyPrinter i5100
Details over de afstandssensor
23
Advertenties
Inhoudsopgave
