levensduur van het gereedschap en de accu te verlen-
gen. Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch
stoppen wanneer het gereedschap of de accu zich in
een van de volgende omstandigheden bevindt: Onder
bepaalde omstandigheden gaan de indicatorlampjes
branden.
Overbelastingsbeveiliging
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier
die een abnormaal hoge stroomsterkte vergt, zal het
gereedschap automatisch stoppen en het bedrijfs-
lampje gaan knipperen. In dat geval schakelt u het
gereedschap uit en stopt u met het gebruik waardoor
het gereedschap overbelast raakte. Schakel daarna het
gereedschap in om verder te gaan.
Oververhittingsbeveiliging
Als het gereedschap oververhit is, stopt het gereed-
schap automatisch en knippert het ladingindicator-
lampje zoals aangegeven. In dat geval laat u het
gereedschap afkoelen voordat u het gereedschap
opnieuw inschakelt.
Status van de ladingindicator
Aan
Uit
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading laag is, stopt het gereedschap auto-
matisch. Als het gereedschap niet werkt, ook niet wan-
neer de schakelaars worden bediend, verwijdert u de
accu's vanaf het gereedschap en laadt u de accu's op.
De resterende acculading
controleren
► Fig.4: 1. Testknop 2. Ladingindicator
De resterende acculading wordt aangegeven zo lang
u de controleknop ingedrukt houdt. De ladingindicators
horen bij elke accu.
Status van de ladingindicator
Aan
Uit
Toestand
Knippert
Oververhit.
Resterende
acculading
Knippert
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
Laad de accu
op.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
► Fig.5: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Indicatorlampjes
Brandt
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING: Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys-
teem in werking is getreden.
Hoofdschakelaar
WAARSCHUWING:
kelaar uit indien niet in gebruik.
Om de kettingzaag standby te zetten, drukt u op
de hoofdschakelaar totdat het bedrijfslampje aan
gaat. Om uit te schakelen, drukt u opnieuw op de
hoofdschakelaar.
► Fig.6: 1. Hoofdschakelaar
OPMERKING: Het bedrijfslampje knippert als de
trekkerschakelaar wordt ingeknepen bij omstandighe-
den waaronder bediening onmogelijk is. Het lampje
knippert als u:
•
de hoofdschakelaar inschakelt terwijl u de
uit-vergrendelknop ingedrukt houdt en de trek-
kerschakelaar ingeknepen houdt;
•
de trekkerschakelaar inknijpt terwijl de ketting-
rem is aangetrokken;
•
de kettingrem los zet terwijl u de uit-vergrendel-
knop ingedrukt houdt en de trekkerschakelaar
ingeknepen houdt.
71 NEDERLANDS
Uit
Knippert
75% tot 100%
Laad de accu
opgetreden in
Zet altijd de hoofdscha-
Resterende
acculading
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
op.
Er kan een
storing zijn
de accu.