Bijlage
Melding
F.27 Veiligheidsuitschak. vlam-
simulatie
F.28 Uitval bij opstarten geen
ontsteking
F.29 Uitval in bedrijf geen ont-
steking
F.32 Fout ventilator
F.42 Kortsluiting codeerweer-
stand
F.49 Fout eBUS
F.52 Massastroomsensor niet
aangesloten
F.53 Fout massastroomsensor
F.54 Fout toestelstart
F.56 Veiligheidsuitschak. CO-
grensw. overschr.
F.57 Fout meetprogramma
F.61 Fout brandstofklepaanstu-
ring
F.62 Fout brandstofklep uitscha-
kelvertr.
F.63 Fout EEPROM
F.64 Fout elektronica/voeler
F.65 Fout elektronicatemp.
F.67 Fout elektronica/vlam
F.68 Fout vlamsignaal instabiel
F.70 Fout ongeldige toestelcode
F.71 Fout aanvoervoeler
F.72 Fout aanvoer-/ retourvoe-
ler
F.73 Fout waterdruksensor (sig-
naal te laag)
F.74 Fout waterdruksensor (sig-
naal te hoog)
32
Mogelijke oorzaak
Bewakingselektrode meldt foute
vlam
Uitval bij aanloop of ontsteking
mislukt. Gasdrukregelaar of
thermisch uitschakelende af-
sluitinrichting is geactiveerd.
Gastoevoer tijdelijk onderbro-
ken. Nieuwe ontsteking zonder
succes.
Ventilator defect of niet aange-
sloten
Codeerweerstand of gasgroep-
weerstand veroorzaakt kortslui-
ting
Onderspanning aan de eBUS
Massastroomsensor defect of
niet aangesloten
Massastroomsensor defect
Geen of te geringe gasingangs-
druk veroorzaakt fout bij het
starten van het product
Veiligheidsuitschakeling na
overschrijden van de CO-grens-
waarde
Regelingsfout door gecorro-
deerde ontstekingselektrode
Gasblok kan niet aangestuurd
worden
Vertraagde uitschakeling van
de gasklep na het doven van de
vlam
EEPROM defect
Elektronica, veiligheidsrelevante
sensor of kabel defect
Elektronica defect of door ex-
terne inwerking te heet
Niet plausibel vlamsignaal
Vlambeveiliging meldt instabiel
vlamsignaal
Verkeerde/ontbrekende
toestelherkenning of
verkeerde/ontbrekende
codeerweerstand
Aanvoertemperatuursensor le-
vert niet plausibele waarde
Temperatuurverschil aanvoer-
/retourtemperatuursensor is te
groot
Waterdruksensor meldt te lage
waterdruk
Waterdruk te hoog
Maatregel
▶
Controleren: gasdruk aan bovenste meetopening, bewakings-
elektrode, printplaat, gasmagneetventiel.
▶
Controleren: gaskraan, dynamische gasdruk, gasblok, lucht-
aanzuigbuis (blokkering, geloste schroef) condenstraject (ver-
stopping), multistekker, kabelboom, ontstekingstransformator,
ontstekingskabel, ontstekingsstekker, ontstekingselektrode, be-
wakingselektrode, elektronica, aarding, CO₂-instelling.
▶
Controleren: verbrandingsgasrecirculatie, condenstraject (ver-
stopping), aarding, kabel naar gasblok en elektrode (loszittend
contact).
▶
Controleren: stekker, kabelboom, ventilator (blokkering, functie,
correct toerental), Hall-sensor, printplaat, verbrandingsgastra-
ject (verstopping).
▶
Controleren: stekker, massa-aansluiting, kabel, codeerweer-
stand vermogensgrootte (in de kabelboom).
▶
Controleren: eBUS (overbelasting, twee spanningsvoorzienin-
gen met verschillende polariteiten, kortsluiting).
▶
Controleren: stekker, kabelboom, massastroomsensor.
▶
Controleren: filter onder venturifilterkap nat of verstopt, dyna-
mische gasdruk te gering, intern drukmeetpunt in de venturi
verstopt (geen smeermiddelen op de O-ring in de venturi ge-
bruiken!).
▶
Controleren (in combinatie met F.28/F.29): gaskraan, gasblok,
stekker, kabelboom.
▶
Controleren: gasblok, stekker, kabelboom. Indien de fout her-
haald na ontstoren optreedt, dan is het gasblok defect.
▶
Controleren: ontstekingselektrode, printplaat (microcontroller).
▶
Controleren: kabelboom, stekker, gasblok (spoelen), printplaat.
▶
Controleren: gasklep, branderoppervlak (verontreiniging), stek-
ker, kabelboom, printplaat.
▶
Vervangen: printplaat.
▶
Controleren: aanvoersensor, kabel naar de sensor, vlamde-
tectiesensor (bijv. bewakingselektrode) op onstabiel signaal,
elektronica.
1.
Controleren: printplaat.
2.
Evt. omgevingstemperatuur verlagen.
▶
Controleren: kabelboom, vlambeveiliging, printplaat.
▶
Controleren: luchtverhouding, dynamische gasdruk, conden-
straject (verstopping), gasbegrenzer, ionisatiestroom (kabel,
elektrode), verbrandingsgasrecirculatie.
▶
Als display en printplaat vervangen werden, dan toestelidentifi-
catie onder d.93 wijzigen.
▶
Controleren: aanvoertemperatuursensor (correcte thermische
verbinding).
▶
Controleren: aanvoertemperatuursensor / retourtemperatuur-
sensor (werking, correcte thermische verbinding).
▶
Controleren: waterdruk, massa-aansluiting, kabel, stekker,
waterdruksensor (kortsluiting bij GDN).
▶
Controleren: waterdruk (CV-functie, bij niet actieve CV-pomp),
evt. water aflaten, kabel, waterdruksensor (kortsluiting bij
24/5 V).
Installatie- en onderhoudshandleiding Thema Condens 0020244947_03