5 Installatie
▶
Sluit de veiligheidsklep (3) op een passende afvoersifon
aan. Zorg ervoor, dat de afvoerslang naar de omgevings-
lucht toe open blijft. Gebruik hiervoor de meegeleverde
kunststofslang (2).
◁
De inrichting moet zodanig ontworpen zijn dat te zien
is hoe het water wegstroomt.
▶
Sluit de ontluchtingsleiding op de aftapkraan (1) aan.
Voorwaarde: Vulvoorziening geïnstalleerd
Om terugloop in het gebruikswaternet te voorkomen, sluit u
een externe systeemscheider direct voor de vulvoorziening
aan.
5.5
Aansluiting van de condensafvoerleiding.
▶
Neem de hier beschreven aanwijzingen alsook richtlijnen
en plaatselijk geldende voorschriften voor de condensaf-
voer in acht.
◁
Gebruik PVC of een ander materiaal dat voor het
afvoeren van de niet-geneutraliseerde condens ge-
schikt is.
▽
Als u niet kunt garanderen dat de materialen van de
afvoerleidingen geschikt zijn, installeert u een sys-
teem voor de neutralisering van het condenswater.
◁
Zorg ervoor dat de condensafvoerleiding niet lucht-
dicht met de afvoerslang verbonden is.
5.6
VLT/VGA-systeem
5.6.1
VLT/VGA monteren
▶
Monteer de VLT/VGA zoals in de aparte montagehandlei-
ding voor de VLT/VGA beschreven.
14
5.6.2
Aansluitstuk 60/100 mm of 80/125 mm
monteren
1
1.
Plaats het aansluitstuk (1) op het product.
2.
Schroef het aansluitstuk met de 4 schroeven vast.
5.6.3
Aansluitstuk 80/80 mm monteren
1
1.
Plaats het aansluitstuk (1) op het product. De aanslui-
ting voor de luchttoevoer kan naar de linker of naar de
rechter kant wijzen.
2.
Schroef het aansluitstuk met de 4 schroeven vast.
5.7
Elektrische installatie
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Ook bij uitgeschakeld product staat er nog
stroom op de netaansluitklemmen L en N:
▶
Schakel de stroomtoevoer uit.
▶
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
De elektrische installatie mag alleen door een elektromon-
teur worden uitgevoerd.
Installatie- en onderhoudshandleiding Thema Condens 0020244947_03