3.
Druk op de knop van de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge uit de printer.
4.
Pak het zichtbare gedeelte van het afdrukmateriaal met beide handen vast en trek het materiaal
voorzichtig uit de printer.
5.
Plaats de printcartridge in de printer en sluit de printcartridgeklep.
NLWW
Storingen verhelpen
91