De server en het besturingssysteem bekendmaken
aan de MSA1000
Omdat de MSA1000 in verschillende besturingssysteemomgevingen kan werken,
moet u de server aan de MSA1000 bekendmaken. Deze identificatiestappen
omvatten het wijzigen van de naam van de verbinding van de server in een
betekenisvolle naam en het identificeren van het besturingssysteem van de server.
Identificeer de verbinding op de server en het besturingssysteem ervan met behulp
van hetzelfde hulpprogramma waarmee u later ook de opslag gaat configureren.
Zie het gedeelte 'Verbindingsprofielen beheren' van de HP StorageWorks
Modular Smart Array 1000 Command Line Interface - Gebruikershandleiding
voor informatie over het identificeren van de server. Deze handleiding staat
op de MSA1000-cd met ondersteunende documentatie en de MSA1000-website
http://www.hp.com/go/msa1000.
Opslagarrays en logische volumes configureren
Het plannen van de opslagconfiguratie is van groot belang voor een succesvol en
effectief gebruik van elk opslagarraysysteem. Zoals besproken in hoofdstuk 1:
'Installatieprocedures - voor alle
wat de totale systeemcapaciteit, de-fouttolerantie, de prestaties en de
beschikbaarheid moeten zijn.
Opmerking:
'Aanbevelingen voor het installeren van de MSA1000
hulp bij het opstellen van een configuratieplan.
Wanneer u het opslagplan heeft opgesteld, configureert u de opslag met behulp
van de CLI.
Lees de HP StorageWorks Modular Smart Array 1000 Command Line Interface -
Gebruikershandleiding voor informatie over het configureren van de opslag.
Deze handleiding staat op de MSA1000-cd met ondersteunende documentatie
en de MSA1000-website http://www.hp.com/go/msa1000.
MSA1000 - Installatiehandleiding
MSA1000's', moet u bij het plannen besluiten
Raadpleeg
'Plannen hoe u de opslag wilt
Configuratieprocedures - voor Tru64 UNIX-omgevingen
configureren' op pagina 18 en
bekijken' op pagina 21 voor
91