6 Installatie
Afb.19
Aansluiten rookgasafvoer
Ø150 mm
32
6.5.5
Specifieke lucht- en rookgastoepassingen
Belangrijk
Indien de ketel wordt toegepast in een rookgaszijdige overdruk
cascade, dan moet dit vermeld worden op de meegeleverde stic
ker: Dit CV-toestel is ingesteld voor .... Deze sticker moet bovenop
de ketel naast de typeplaat geplakt worden.
Neem contact met ons op voor meer informatie.
6.5.6
Aanvullende richtlijnen
Voor de installatie van het rookgasafvoer- en luchttoevoermateriaal
wordt verwezen naar de voorschriften van de fabrikant van het betref
fende materiaal. Het niet volgens de voorschriften installeren van de
rookgasafvoer- en luchttoevoermaterialen (niet lekdicht, niet correct ge
beugeld bijvoorbeeld), kan tot gevaarlijke situaties leiden en/of lichame
lijk letsel tot gevolg hebben. Controleer na montage tenminste alle rook
gasvoerende en luchtvoerende delen op dichtheid.
Directe aansluiting van de rookgasafvoer op bouwkundige kanalen is
niet toegestaan in verband met condensatie.
Schachten altijd grondig reinigen bij toepassing van voeringspijpen en/of
luchttoevoeraansluiting.
Inspectie van het voeringkanaal moet mogelijk zijn.
Wanneer er in de rookgasafvoerleiding condens uit een kunststof of
roestvaststalen leidingdeel terug kan stromen naar een aluminium deel,
dan dient dit condens via een opvanginrichting afgevoerd te worden,
voordat het het aluminium bereikt.
Bij aluminium rookgasafvoerleidingen van grotere lengte dient de eerste
tijd rekening gehouden te worden met relatief grote hoeveelheden corro
sieproducten die samen met het condens uit de afvoerleidingen terug
stromen. Regelmatig toestelsifon reinigen of extra condensopvang bo
ven het toestel plaatsen.
Zorg voor voldoende afschot van de rookgasafvoerleiding richting de ke
tel (minimaal 50 mm per meter) en aan voldoende condensopvang en
afvoer (minimaal 1 m voor de uitmonding van de ketel). De toegepaste
bochten moeten groter zijn dan 90° om afschot en een goede afdichting
op de lippenringen te waarborgen.
Belangrijk
Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie.
6.5.7
Aansluiting rookgasafvoer
S insteekdiepte 50 mm
1. Monteer de rookgasafvoerleiding op de ketel.
2. Monteer de opvolgende rookgasafvoerleidingen volgens de voor
schriften van de fabrikant.
Opgelet
De leidingen moeten rookgasdicht en corrosiebestendig zijn.
De rookgasafvoerleiding moet glad en afgebraamd zijn.
Sluit de leidingen spanningsvrij aan.
De leidingen mogen niet steunen op de ketel.
Monteer de horizontale delen aflopend richting ketel, met een
helling van 50 mm per meter.
AD-0000115-01
7625112 - v.03 - 06012017