6 Installatie
Tab.9
Type rookgasaansluitingen
Type
Uitvoering
B
Open
23
B
(1)
23P
B
Open
33
C
Gesloten
13
C
Gesloten
33
Gesloten/Cascade
C
(2)
43
C
Gesloten
53
C
Gesloten
63
Gesloten
C
(3)
83
Gesloten
C
(4)
93
(1) Ook drukklasse P1
(2) EN 15502-2-1: 0,5 mbar zuiging door onderdruk
(3) Er kan 4 mbar onderdruk optreden
(4) Zie tabel voor minimale afmetingen schacht of koker
Afb.15
Minimale afmeting schacht of koker
D
Ø
28
Beschrijving
Zonder trekonderbreker.
Rookgasafvoer bovendaks.
Lucht uit de opstellingsruimte.
Zonder trekonderbreker.
Gemeenschappelijke rookgasafvoer bovendaks (onderdruk).
Rookgasafvoer luchtomspoeld, lucht uit de opstellingsruimte (speciale constructie).
Uitmonding in de gevel.
Instroomopening voor de luchttoevoer ligt in hetzelfde drukgebied als de uitmonding
(bijvoorbeeld een gecombineerde geveldoorvoer).
Rookgasafvoer bovendaks.
Instroomopening voor de luchttoevoer ligt in hetzelfde drukgebied als de uitmonding
(bijvoorbeeld een concentrische dakdoorvoer).
Gemeenschappelijk luchttoevoer- en rookgasafvoerkanaal (CLV):
Concentrisch (bij voorkeur).
Parallel (als concentrisch niet mogelijk is).
Overdrukcascade
Gesloten toestel.
Separaat luchttoevoerkanaal.
Separaat rookgasafvoerkanaal.
Uitmondend in verschillende drukvlakken.
Dit type toestel wordt door de fabrikant zonder toevoer- en afvoersysteem geleverd.
Toestel kan worden aangesloten op een zogenaamd half CLV-systeem (gemeenschap
pelijke rookgasafvoer en individuele luchttoevoer).
Luchttoevoer- en rookgasafvoerkanaal in schacht of omkokerd:
Concentrisch.
Luchttoevoer uit bestaand kanaal.
Rookgasafvoer bovendaks.
Instroomopening voor de luchttoevoer ligt in hetzelfde drukgebied als de uitmonding.
Schachtafmetingen
D
□
AD-3000330-01
7625112 - v.03 - 06012017