Draaibediening gebruiken
1
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Sensorinstell. > Draaibediening.
2
Selecteer de gebeurtenissen waarvoor u draaibediening wilt gebruiken:
•
Alarmen sluimeren – Draai de telefoon ondersteboven om een weksignaal in de
sluimerstand te zetten.
•
Oproepsign. dempen – Draai de telefoon ondersteboven om een inkomend
gesprek te dempen.
•
Scherm aut. draaien – de scherminhoud draaien zodat deze automatisch in de
richting van het scherm past (verticaal of horizontaal).
Niet alle applicaties ondersteunen draaibediening.
Aanraakinvoer
U kunt instellingen voor handschriftherkenning wijzigen, zoals de schrijfsnelheid en de dikte
van tekst die met de stylus wordt geschreven.
Instellingen voor aanraakinvoer wijzigen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Aanraakinvoer.
2
De instellingen wijzigen:
•
Handschrifttraining – leer de telefoon uw handschrift te herkennen.
•
Schrijftaal – stel in welke taalspecifieke tekens in uw handschrift worden
herkend, en stel de indeling van het schermtoetsenbord in.
•
Schrijfsnelheid – pas de snelheid aan waarmee uw handschrift wordt herkend.
•
Hulplijn – toon of verberg de hulplijn in het handschriftgebied.
•
Lijndikte – wijzig de dikte van de tekst die u met de stylus schrijft.
•
Schrijfkleur – wijzig de kleur van de tekst die u met de stylus schrijft.
•
Kalibratie aanraakscherm – kalibreer het scherm.
Deze opties zijn niet in alle talen beschikbaar.
Accessoires
U kunt de accessoire-instellingen wijzigen. U kunt bijvoorbeeld wijzigen welk telefoonprofiel
u wilt gebruiken wanneer een bepaald accessoire op de telefoon is aangesloten.
Accessoire-instellingen wijzigen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Accessoires.
2
Selecteer een accessoire en verander de instellingen.
3
Selecteer Terug als u uw wijzigingen wilt opslaan.
Applicatie-instellingen
Voor sommige applicaties kunt u instellingen invoeren.
Instellingen voor Berichten
De instellingen voor Berichten kunnen op voorhand in uw telefoon zijn ingesteld, of u kunt
ze in een bericht ontvangen.
Het is mogelijk dat sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten op voorhand door uw
serviceprovider in de telefoon zijn ingesteld, en dat u ze niet kunt wijzigen, maken, bewerken of
verwijderen.
instellingen voor Berichten bewerken
1
Selecteer Menu > Berichten.
2
Selecteer Opties > Instellingen.
3
Als u instellingen voor verschillende berichttypen wilt bewerken, selecteert u het
berichttype.
4
Selecteer Terug als u uw wijzigingen wilt opslaan.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
75