Gesprekken
Bellen en gebeld worden
U moet de telefoon inschakelen en zich binnen het bereik van een netwerk bevinden.
Een gesprek starten
1
Selecteer
om de kiezer te openen en een telefoonnummer (met internationaal
landnummer en netnummer, indien van toepassing) in te voeren.
2
Druk op
.
U kunt nummers bellen vanuit uw contacten en de gesprekkenlijsten.
Een gesprek beëindigen
•
Druk op
.
Internationale gesprekken voeren
1
Selecteer
en tik tweemaal op
2
Voer de landcode, het netnummer (zonder de eerste nul) en het telefoonnummer in.
3
Druk op
.
Automatisch opnieuw kiezen instellen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Telefonie > Opr.inst. > Automat. opnieuw
kiezen > Aan.
Een gesprek aannemen
•
Druk op
.
Een gesprek weigeren.
•
Druk op
.
Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een gesprek
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
De microfoon dempen tijdens een gesprek
1
Tik op Dempen om de microfoon te dempen.
2
Tik op Demp. oph. om de microfoon opnieuw te activeren.
De luidspreker inschakelen tijdens een gesprek
•
Tik op
.
Houd de telefoon niet bij uw oor als u de luidspreker gebruikt. Dit kan uw gehoor beschadigen.
Gemiste gesprekken weergeven
•
Druk op
om de gesprekkenlijst te openen.
Netwerken
Uw telefoon schakelt automatisch tussen GSM- en 3G-netwerken (UMTS), afhankelijk van
de beschikbaarheid. Sommige netwerkoperators staan het handmatig schakelen tussen
netwerken toe.
Handmatig tussen netwerken schakelen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Netwerk > Netwerkmodus.
2
Selecteer een optie.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
voor een plusteken (+).
*+
18