De telefoon instellen als mediaserver
1
Selecteer Menu > Applicaties > Mediaserv.
2
Bewerk zo nodig de Telefoonnaam.
3
Selecteer Start.
4
Selecteer het Wi-Fi™-netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
5
Voer de WEP-sleutel in.
6
Server actief wordt weergegeven op het scherm. De telefoon kan nu als
mediaserver fungeren.
7
Als u de Mediaserver wilt minimaliseren, selecteert u Verbergen. Mediaserver blijft
op de achtergrond actief.
8
Als u de server wilt stoppen, gaat u naar de weergave Mediaserver en selecteert u
Stop.
Wijzigingen van de telefoonnaam en updates voor de mediacontent worden niet weergegeven
op de clientapparaten terwijl de mediaserver wordt uitgevoerd. Als u deze wijzigingen wilt
weergeven op clientapparaten, moet u de mediaserver stoppen en opnieuw starten.
De applicatie Mediaserver gebruiken
1
Activeer de clientsoftware die op de computer is geïnstalleerd.
2
Als u ook clientapparatuur zoals PLAYSTATION
clientapparaten in het draadloze netwerk in.
3
Stel de telefoon in als mediaserver. Nadat het netwerk is doorzocht, zullen de
clientapparaten uw telefoon vinden en worden alle mogelijke servers in het draadloze
netwerk weergegeven.
4
Selecteer de Sony Ericsson-telefoon als de server.
5
Breng uw telefooncontent over op clientapparaten en geef deze daar weer. Als veel
foto- of muziekbestanden op de telefoon zijn opgeslagen, kan het enkele minuten
duren voordat alle content op de clientapparatuur wordt weergegeven.
Deze instructies kunnen per clientapparaat verschillen. Raadpleeg ook de gebruikershandleiding
van het clientapparaat. Als het apparaat geen verbinding kan maken, controleert u of het
thuisnetwerk werkt.
Wi-Fi-netwerken zijn mogelijk toegankelijk voor anderen. Als de beveiliging van uw informatie en
het gebruik van apparaten via een draadloos netwerk erg belangrijk voor u zijn, controleert u de
geselecteerde beveiligingsinstellingen voor het draadloze netwerk.
Alleen miniatuurafbeeldingen in JPEG-indeling worden ondersteund. Miniatuurafbeeldingen
worden niet weergegeven als geen geheugenkaart is geplaatst of als deze vol is.
Toegangspunten
Stel de toegangspunten in die uw telefoon moet gebruiken om verbinding te maken met
een netwerkbestemming. U kunt bijvoorbeeld toegangspunten voor Internet maken om
op internet te surfen, en toegangspunten voor MMS maken om MMS-berichten te
verzenden en ontvangen.
U kunt de instellingen voor toegangspunten ontvangen in een bericht van uw serviceprovider.
Het is mogelijk dat sommige of alle toegangspunten op voorhand door uw serviceprovider in de
telefoon zijn ingesteld, en dat u ze niet kunt wijzigen, maken, bewerken of verwijderen.
Een nieuw toegangspunt maken
1
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bestemmingen >
Toegangspunt.
2
Volg de instructies die worden weergegeven als u automatisch op beschikbare
toegangspunten wilt controleren of stel ze handmatig in.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
®
3 hebt, schakelt u de
70