Diagnostiek en problemen ve...
Qstop
Aan-/uitlopen
Ref. hoog
Ref. laag
7
7
Op referentie
Startverzoek
Actief
Slaapstand
Snelh. hoog
Snelh. laag
Stand-by
Startvertrag.
Strt vr/acht.
Stop
36
Bedieningshandleiding
De motor decelereert op basis van 3-81 Snelle
stop ramp-tijd.
•
Snelle stop geïnv. werd geselecteerd als
functie voor een digitale ingang (parame-
tergroep 5-1* Digitale ingangen). De
bijbehorende klem is niet actief.
•
De snellestopfunctie werd geactiveerd via
seriële communicatie.
De motor accelereert/decelereert op basis van
de actieve aan-/uitloop. De referentie, begren-
zingswaarde of stilstand is nog niet bereikt.
De som van alle actieve referenties is hoger
dan de ingestelde referentiebegrenzing in
4-55 Waarsch: referentie hoog.
De som van alle actieve referenties is lager
dan de ingestelde referentiebegrenzing in
4-54 Waarsch: referentie laag.
De frequentieomvormer werkt binnen het
ingestelde referentiebereik. De terugkoppe-
lingswaarde komt overeen met de
setpointwaarde.
Er is een startcommando gegeven, maar de
motor zal niet starten totdat er via een
digitale ingang een startvoorwaardesignaal
wordt ontvangen.
De motor wordt aangedreven door de
frequentieomvormer.
De energiebesparingsfunctie is ingeschakeld.
De motor is gestopt, maar start automatisch
opnieuw wanneer dat nodig is.
De motorsnelheid is hoger dan de ingestelde
waarde in 4-53 Waarschuwing snelheid hoog.
De motorsnelheid is lager dan de ingestelde
waarde in 4-52 Waarschuwing snelheid laag.
In de automodus start de frequentieomvormer
de motor door middel van een startsignaal uit
een digitale ingang of seriële communicatie.
In 1-71 Startvertraging werd een startvertra-
gingstijd ingesteld. Er is een startcommando
gegeven en de motor start nadat de startver-
tragingstijd is verstreken.
Start en Start omgekeerd werden geselecteerd
als functies voor 2 verschillende digitale
ingangen (parametergroep 5-1* Digitale
ingangen). De motor start in voorwaartse of
achterwaartse richting, afhankelijk van de
klem die is geactiveerd.
De frequentieomvormer heeft een
stopcommando ontvangen vanaf het LCP, een
digitale ingang of via seriële communicatie.
Danfoss A/S © Rev. 11/06/2014 Alle rechten voorbehouden.
Uitschakeling
Er is een alarm opgetreden en de motor is
(trip)
gestopt. Zodra de oorzaak van het alarm is
weggenomen, kan de frequentieomvormer
handmatig worden gereset via [Reset] of
extern worden gereset via stuurklemmen of
seriële communicatie.
Uit en blokk.
Er is een alarm opgetreden en de motor is
gestopt. Zodra de oorzaak van het alarm is
weggenomen, moet de spanning naar de
frequentieomvormer af- en weer ingeschakeld
worden. Hierna kan de frequentieomvormer
handmatig worden gereset via [Reset] of
extern worden gereset via stuurklemmen of
seriële communicatie.
Tabel 7.3 Bedrijfsstatus
LET OP
In de auto-/externe modus heeft de frequentieomvormer
externe commando's nodig om functies te kunnen
uitvoeren.
7.3 Waarschuwings- en alarmtypen
Waarschuwingen
Een waarschuwing wordt gegenereerd wanneer een
alarmconditie dreigt of wanneer er sprake is van
abnormale bedrijfscondities. De frequentieomvormer zal in
sommige gevallen een alarm genereren. Een waarschuwing
verdwijnt automatisch wanneer de abnormale conditie is
opgeheven.
Alarmen
Uitschakeling (trip)
Een alarm wordt gegenereerd wanneer de frequentieom-
vormer wordt uitgeschakeld (trip), wat betekent dat de
frequentieomvormer de werking opschort om schade aan
de frequentieomvormer of het systeem te voorkomen. De
motor loopt vrij uit tot stop. De logica van de frequentie-
omvormer blijft werken en de status van de
frequentieomvormer bewaken. Nadat de foutconditie is
opgeheven, kan de frequentieomvormer worden gereset.
Daarna is de hij weer bedrijfsklaar.
De frequentieomvormer resetten na een uitschakeling
(trip)/uitschakeling met blokkering
Een uitschakeling (trip) kan op 4 manieren worden gereset:
•
Door te drukken op [Reset] op het LCP
•
Door een resetcommando vanaf een digitale
ingang
•
Door een resetcommando via seriële
communicatie
•
Via een automatische reset
MG11AK10