Inbedrijfstelling
Tijdens het opstarten worden de standaard parameterin-
stellingen hersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langer
duren dan normaal.
6.
Alarm 80 wordt weergegeven.
7.
Druk op [Reset] om terug te keren naar de
normale bedieningsmodus.
Procedure voor handmatige initialisatie
1.
Schakel de spanning naar de eenheid af en wacht
tot het display is uitgeschakeld.
5
5
2.
Houd [Status], [Main Menu] en [OK] gelijktijdig
ingedrukt terwijl u de spanning naar de eenheid
inschakelt (ongeveer 5 s of totdat u een
klikgeluid hoort en de ventilator start).
Tijdens het opstarten worden de fabrieksinstellingen
hersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langer duren dan
normaal.
Bij een handmatige initialisatie worden de volgende
gegevens van de frequentieomvormer niet gereset:
•
15-00 Bedrijfsuren
•
15-03 Inschakelingen
•
15-04 x Overtemp.
•
15-05 x Overspann.
5.4 Basisprogrammering
5.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStart
De SmartStart-wizard maakt snelle configuratie van
elementaire motor- en toepassingsparameters mogelijk.
•
Bij de eerste inschakeling of na een initialisatie
van de frequentieomvormer start SmartStart
automatisch.
•
Volg de instructies op het scherm op om de
inbedrijfstelling van de frequentieomvormer te
voltooien. SmartStart kan altijd opnieuw worden
gestart via [Quick Menu], Q4 SmartStart.
•
Zie hoofdstuk 5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu]
of de Programmeerhandleiding om de inbedrijf-
stelling zonder de SmartStart-wizard uit te
voeren.
LET OP
Bij de SmartStart-setup hebt u de motorgegevens nodig.
De benodigde gegevens zijn gewoonlijk te vinden op
het motortypeplaatje.
26
Bedieningshandleiding
Danfoss A/S © Rev. 11/06/2014 Alle rechten voorbehouden.
5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu]
De aanbevolen parameterinstellingen zijn bedoeld voor
opstart- en controledoeleinden. De toepassingsinstellingen
kunnen variëren.
De gegevens moeten worden ingevoerd terwijl de
spanning is INGESCHAKELD, maar voordat de frequentie-
omvormer in bedrijf wordt gesteld.
1.
Druk op [Main Menu] op het LCP.
2.
Ga met de navigatietoetsen naar parametergroep
0-** Bediening/display en druk op [OK].
1107 tpm
Hoofdmenu
0-** Bediening/display
1-** Belasting & motor
2-** Remmen
3-** Ref./Ramp.
Afbeelding 5.2 Main Menu
3.
Ga met de navigatietoetsen naar parametergroep
0-0* Basisinstellingen en druk op [OK].
0.0%
Operation / Display
0-0
Basic Settings
*
0-1
*
Set-up Operations
0-2
LCP Display
*
0-3
*
LCP Custom Readout
Afbeelding 5.3 Bediening/display
4.
Ga met de navigatietoetsen naar 0-03 Regionale
instellingen en druk op [OK].
0.0%
Basic Settings
0-03 Regional Settings
[0] International
Afbeelding 5.4 Basisinstellingen
3,84 A
1 (1)
0.00A
1(1)
0-
**
0.00A
1(1)
0-0
*
MG11AK10