Lange probeerlimiet
•
verzendpogingen in voor als er geen
ontvangstbevestiging van het netwerk wordt ontvangen.
Korte probeerlimiet
•
verzendpogingen in voor als er geen gereedmelding voor
verzenden van het netwerk wordt ontvangen.
RTS-drempel
— Stel voor gegevens de pakketgrootte in
•
waarbij het toegangspunt voor het draadloze LAN-
netwerk vraagt of de gegevens moeten worden
verzonden, alvorens dit ook daadwerkelijk te doen.
Energieniv. transmissie
•
uw apparaat bij het verzenden van gegevens in.
Radiometingen
— Schakel de radiometingen in of uit.
•
Energiespaarstand
•
energiebesparingsmechanisme voor WLAN moet worden
gebruikt om energie van de batterij in het apparaat te
besparen. Door gebruik te maken van het
energiebesparingsmechanisme verbeteren de
batterijprestaties maar kunnen de interoperabiliteit van
het WLAN verslechteren.
Als u alle oorspronkelijke instellingen wilt terugzetten,
selecteert u
Opties
Stndrdinstell.
>
WLAN-beveiligingsinstellingen
Selecteer
Menu
Bed. paneel
>
Verbinding
Bestemmingen
>
de instructies op het scherm.
Als u de instellingen van een draadloos LAN-toegangspunt
(WLAN) wilt bewerken, opent u een van de groepen met
160
— Voer het maximum aantal
— Voer het maximumaantal
— Stel het energieniveau van
— Geef aan of het
herstellen.
Instellingen
>
Toegangspunt
>
toegangspunten en selecteert u een toegangspunt dat is
gemarkeerd met
Voer de instellingen voor de geselecteerde
beveiligingsmodus in en selecteer
beveiligingsinstell..
WEP-beveiligingsinstellingen
Selecteer
WEP
Met de coderingsmethode WEP (Wired Equivalent Privacy)
worden gegevens voor verzending gecodeerd. Gebruikers die
niet over de vereiste WEP-sleutels beschikken, krijgen geen
toegang tot het netwerk. Wanneer de WEP-
beveiligingsmodus is ingeschakeld en uw apparaat packet-
gegevens ontvangt die niet met de WEP-sleutels zijn
gecodeerd, worden deze gegevens genegeerd.
In een ad-hocnetwerk moet op alle apparaten dezelfde WEP-
sleutel worden gebruikt.
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
de volgende opties:
WEP-sleutel in gebruik
•
sleutel.
Verificatietype
•
Instellingen WEP-sleutel
•
en
de WEP-sleutel.
en volg
WEP-sleutelinstellingen
In een ad-hocnetwerk moet op alle apparaten dezelfde WEP-
sleutel worden gebruikt.
.
WLAN-
als WLAN-beveiligingsmodus.
en maak een keuze uit
— Selecteer de gewenste WEP-
— Selecteer
Open
of Gedeeld.
— Wijzig de instellingen voor
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.