Toetsen en onderdelen
(zijkanten)
1
— MicroUSB-aansluiting
2
— Volume omhoog/Inzoomen
3
— Dempen/P2T-toets
4
— Volume omlaag/Uitzoomen
5
— Opnametoets
Het oppervlak van dit apparaat is nikkelvrij.
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een
gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat
warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u
vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt
u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
16
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en
magneetvelden.
Toetsenbord
1
— Functietoets. Als u het cijfer of teken op de bovenkant
van een toets wilt invoeren, houdt u de bijbehorende toets
ingedrukt. Als u alleen de tekens op de bovenkant van de
toetsen wilt invoeren, drukt u snel twee keer achtereen op
de functietoets. Druk nogmaals op de functietoets om terug
te keren naar de normale modus.
2
— Symbooltoets. Met de symbooltoets kunt u tekens
invoeren die niet op het toetsenbord staan.
3
— Spatie
4
— Shift-toets. Druk op Shift om te wisselen tussen
hoofdletters en kleine letters en tussen
tekstinvoermethoden. Druk tweemaal snel achtereen op de
Shift-toets om alleen hoofdletters of kleine letters in te
voeren.
5
— Enter-toets. Druk op Enter om een regeleinde in te
voegen.
Tip: Druk op Shift om te wisselen tussen de traditionele
en de voorspellende tekstinvoermethode.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.