5.4
WARMTEOPWEKKER 1 en 2
De warmteopwekker functie is voor vrijgave (AAN/UIT zonder regeling) of regeling van olie, gas en hout/pellet ketels of warmtepompen.
Afhankelijk van het type regeling zijn er mogelijkheden om de warmteopwekker te beveiligen en te regelen. De warmteopwekker ont-
vangt warmtevraag en setwaardes vanuit het CASCADE MANAGEMENT waar de individuele ketelgegevens worden ingegeven. Onder-
staande functies zijn zowel op de primaire als ook de secundaire warmteopwekker van toepassing.
5.4.1 Menu structuur
U02 CV CIRCUIT 1
U02 CV CIRCUIT 2
U02 TAPWATER CIRCUIT
U02 KETEL 2
U02 KETEL 1
Wo 09:36
Esc
Enter
Menu:
Wens- en meetwaarden
Instellingen
Configuratie
Relaisuitgangen
Functienaam
5.4.2 Applicaties
Er zijn meerdere voorgedefinieerde parameter sets opgeslagen in de regelaar. Met het applicatie type (Warmteopwekker 2 met 09-76
en warmteopwekker 1 met 12-007) kunnen we hieruit kiezen. Het applicatie type kan worden gekozen en geactiveerd bij de inbedrijfna-
me. Bij wijziging worden alle met de gekozen applicatie overeenkomende instellingen ingesteld en vrijgegeven. Applicatie details worden
gegeven in het document "hydraulische systemen en functie applicaties
5.4.3 Programmakeuze
Met de programmakeuze kunnen de volgende bedrijfsmodi worden gekozen
Instelling
Bedrijfsmode
0:
Uit - Warmteopwekker UIT, niet vrijgegeven.
1:
Automatisch - Automatisch bedrijf op door verbruikers bepaalde setwaarde
4:
Handbedrijf verwarmen - Regeling op handmatig ingestelde setwaarde (setwaarde in te stellen na keuze handbedrijf)
5.4.4 Adressering
In het systeem worden setwaarde en warmtevraag voor warmteopwekkers doorgegeven aan specifiek adressen (eBUS Adres 04-27).
Binnen de CASCADE MANAGER functie kunnen we zo onderscheiden tussen de verschillende in een systeem aanwezige warmteop-
wekkers. Het adres wordt dus gebruikt om aan te geven welke warmteopwekker dit is.
De individuele warmteopwekker adressen welke met 04-027 kunnen worden ingesteld zijn:
0: Geen warmteopwekker
11: Warmteopwekker 1
12: Warmteopwekker 2
13: Warmteopwekker 3
14: Warmteopwekker 4
Externe warmteopwekkers / branderautomaten met eigen regeling voor temperatuur, vermogen pomp etc. worden op de bus aan-
gesloten via interfaces (bijvoorbeeld ZIF 250 eBUS - Opentherm). Hier wordt het adres bij het interface ingesteld.
Automatisch
68.3ºC
Verwarmen
Unit 2
Wo 09:36
Esc
2
Menu
KETEL
Wens- en meetwaarden
Instellingen
Configuratie
Relaisuitgangen
Functienaam
2
Unit 2
Wo 09:36
Esc
Enter
KETEL
15: Warmteopwekker 5
22: Warmteopwekker 6
23: Warmteopwekker 7
24: Warmteopwekker 8
Snelkeuze menu
Fout info
Programmakeuze
Emissie test
2
Unit 2
wo 09:36
Esc
KETEL
09-027
eBUS adres warmte
24
09-000
Nadraaitijd warmt
5.0
09-004
Inschakelvertragin
0.0
09-020
Setwaarde tempe
60.0
09-023
Minimum stilstand
0.0
2
Unit 2
Wo 09:36
Esc
Enter
KETEL
PROGRAMMAKEUZE
0: uit
1: Automatisch
4: Handbedrijf verwarmen
09-000
Nadraaitijd warmteopwekker
pomp
5.0 min
2
Unit 2
Wo 09:36
Esc
Save
KETEL
55