3
Montage en eerste inbedrijfname
3.1
Veiligheid
BELANGRIJK
Eerst lezen!
Zorg ervoor dat bij aanvang van
de bedradingswerkzaamheden alle
bekabeling spanningsvrij is.
3.2
Montage SE 6320 OGZ
Vaststellen van montageplaats
Montage
3.2.1 Afmetingen SE 6320 OGZ
3a
14
De elektrische installatie en afzekering moet voldoen aan de voorschriften. Om te allen tij-
de gereed te zijn moet de regelaar continu op spanning zijn. In serie met de spanning aan-
gesloten schakelaars zijn hiervoor te beperken tot hoofd- en noodschakelaar, welke
normaal altijd in de aan positie zijn.
Aansluitingen en bekabeling voor laagspanning, sensoren, afstandsbediening, communi-
catiebus etc. moeten altijd ruimtelijk gescheiden worden van hoog spanning. In uitzonder-
lijke gevallen kan het nodig zijn om inductieve belastingen (zoals relais, actoren etc.) te
onderdrukken met RC circuits parallel over de windingen.
(Aanbevolen: 0.047 mF/100 W, 275 VAC).
Sluit alleen in- en uitgangen aan welke ook daadwerkelijk gebruikt worden in de ge-
kozen hydraulische variant.
De SE regelaar in de nabijheid van de installatie plaatsen zodat de kabellengtes beperkt blij-
ven. Niet naast warmtebronnen monteren en niet aan direct zonlicht blootstellen.
Montage bodemplaat
De bodemplaat wordt d.m.v. 3 schroeven tegen het montagevlak bevestigd.
1. Verwijder het deksel zodat de aansluitingen vrij komen te liggen.
2. Verwijder eerst alle benodigde uitbreekbare kabelinvoeren.
3. Boor het bovenste en tevens middelste gat (1) en bevestig de schroef.
4. Hang de unit met de daarvoor bestemde uitsparing aan de schroef en teken de twee onder-
ste schroefgaten (3a, 3b) af.
5. Verwijder de unit en boor de twee onderste gaten (3a, 3b).
6. Hang de unit opnieuw aan de daarvoor bestemde uitsparing en schroef de unit nu vast.
De regelaar kan nu worden bedraad.
1
3b