3.6.6.7 Sensor configuratie bewaren
Voor het correct functioneren van sommige functies en voor het generen van foutmeldingen is het noodzakelijk om de sensor configuratie
na inbedrijfname eenmalig op te slaan.
In het Algemene functies menu van de
gewenste regelaar (U02 in dit voorbeeld)
instellingen selecteren en bevestigen
met "Enter".
De nu weergegeven lijst laat alle instel-
lingen zien welke met het vooraf inge-
stelde wachtwoord toegankelijk zijn.
Selecteer 04-045 Actie uitvoeren met
de instelknop en bevestig met "Enter".
Gebruik de instelknop om actie 8: Sen-
sorconfiguratie te selecteren en beve-
stig met "Enter".
De instelling wordt na het uitvoeren van
de actie weer automatisch op 0 gezet.
Bij een opgeslagen sensor configu-
ratie kan een sensor fout worden her-
kend en een foutmelding worden
gegeven door de master bediening.
Kloktijd
Datum
Wens- en meetwaarden
Instellingen
2
Unit 2
Wo 09:36
Esc
Enter
ALGEMENE FUNCTIES
04-045
Actie utvoeren
g
2
Unit 2
Wo 09:36
Esc
Save
ALGEMENE FUNCTIES
04-037
Setwaarde uit,
04-038
Minimum uit voor
0.0
04-039
Maximum uit voor
10.0
04-040
Wachtwoord Serv
04-045
Actie uitvoeren
2
Unit 2
Wo 09:36
Esc
Enter
ALGEMENE FUNCTIES
0
8
0
35