Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Itho Daalderop Cenvax SE 6320 OGZ Technische Handleiding

Universele verwarmings
Verberg thumbnails Zie ook voor Cenvax SE 6320 OGZ:
Inhoudsopgave

Advertenties

Universele verwarmingsregelaar
SE 6320 OGZ
Master bediening MB 6100/ 6400
MB 6100
0
2
4
6
8 10 12 14 16 18 20 22 24
39.5 ºC
22.3 ºC
Normaal dagbedrijf
Unit 2
Esc
CV CIRCUIT 1
Handleiding technicus
Dok. Nr. 112721 6/11
-13.2 ºC
Wo 09:36
Menu
MB 6400
0
2
4
6
8 10 12 14 16 18 20 22 24
39.5 ºC
22.3 ºC
-13.2 ºC
Unit 2
Wo 09:36
Esc
Menu
CV CIRCUIT 1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Itho Daalderop Cenvax SE 6320 OGZ

  • Pagina 1 Universele verwarmingsregelaar SE 6320 OGZ Master bediening MB 6100/ 6400 MB 6100 MB 6400 8 10 12 14 16 18 20 22 24 8 10 12 14 16 18 20 22 24 39.5 ºC 22.3 ºC -13.2 ºC 39.5 ºC 22.3 ºC -13.2 ºC Normaal dagbedrijf...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave 1 Veiligheidsvoorschriften .................... 5 De in deze handleiding weergegeven details en sche- 2 Systeembeschrijving ....................6 ma’s hebben niet de pretentie om compleet of correct te zijn. Ze zijn 2.1 Systeemopbouw......................6 geen vervanging voor een profes- 2.1.1 eBUS ......................6 sioneel ontwerp.
  • Pagina 3 Inhoudsopgave 4 Opsporen en oplossen van problemen..............38 4.1 Display en communicatie problemen ................ 39 4.2 Foutgeheugen uitlezen....................39 4.2.1 Structuur foutgeheugen en afkortingen ............ 40 4.2.2 Foutcodes....................40 5 Functies en regelingen ....................41 5.1 ALGEMENE FUNCTIES ................... 41 5.1.1 Menu structuur...................
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 5.5 WARMTE MANAGEMENT ..................60 5.5.1 Menu structuur..................60 5.5.2 Applicaties ....................60 5.5.3 Programmakeuze ..................60 5.5.4 Mogelijke systemen .................. 61 5.5.5 Installatie regelen op temperatuur ............61 5.5.6 Installatie regelen op vermogen ............... 62 5.5.7 Maximale setwaarde sprong..............62 5.6 CASCADE MANAGEMENT ..................
  • Pagina 5: De In Deze Handleiding

    Veiligheidsvoorschriften Dit is een elektrisch apparaat. Bij Operationele voorwaarden: Voor de operateur: incorrecte installatie of pogingen tot re- Om onder normale omstandigheden te al- Laat uzelf uitvoerig instrueren door de spe- paratie bestaat gevaar voor een levens- len tijde gereed te zijn moet de regelaar cialist betreffende functionaliteit en wer- gevaarlijke elektrische schok! continu op spanning zijn.
  • Pagina 6: Systeembeschrijving

    Systeembeschrijving Systeemopbouw Het "split systeem" is gebaseerd op onafhankelijke regelaars (units) welke onderling met elkaar verbonden worden door middel van een communicatie bus (eBus). Via deze busverbinding worden algemene gegevens uitgewisseld. De individuele eBus eenheden kunnen allen worden bediend en geconfigureerd middels één centrale bedieneenheid (master bediening) FB 6204 MB 6100 FB 6204...
  • Pagina 7: Regelaars (Ebus Units)

    2.1.3 Regelaars (eBUS units) eBUS Units zijn zelfstandig functionerende regelaars. Deze kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende functies voor CV groep regeling, tapwater regeling, regeling warmteopwekkers, warmte- en cascademanagement functies etc. bevatten. Naast verbruiker en warmteopwekker functies zijn er altijd nog algemene functies in een eBUS eenheid. Hier bevinden zich algemene instellingen die bet- rekking hebben op de gehele regelaar en er kunnen ook bepaalde in- en uitgangen worden toegewezen aan bepaalde functies.
  • Pagina 8: Master Bediening Mb 6100 Opbouwversie En Mb 6400 Inbouwversie

    2.1.6 Master bediening MB 6100 opbouwversie en MB 6400 inbouwversie De master bediening is een centrale bedieneenheid waarmee functies in de individuele eenheden kunnen worden bediend. Middels een scan worden de aangesloten eenheden herkend en de in de aangesloten regelaars voorhanden functies worden geladen en bewaard. Na een scan kunnen de individuele parameters van de functies worden ingesteld.
  • Pagina 9: Toegangsniveau

    Toegangsniveau Alle instellingen van zowel master bediening als individuele eBUS regelaars zijn toegewezen aan verschillende toegangsniveaus en wor- den deels beveiligd met een wachtwoord tegen het ongewild wijzigen van instellingen. De toewijzing van de toegangsniveaus zijn fa- brieksinstellingen. Om met wachtwoord beveiligde instellingen te wijzigen moet eerst een correct wachtwoord (nummer) worden ingegeven.
  • Pagina 10: Bediening En Instellen Van De Regelaars (Ebus Units)

    Bediening en instellen van de regelaars (eBUS Units) De master bediening is de centrale bedieneenheid waarmee elke individuele functie in de eBUS eenheden kan worden bediend en in- gesteld. Meer informatie betreffende instellingen en bedienopties kunnen worden gevonden in de eindgebruiker handleiding. 2.4.1 Menu structuur Bij de eerste start moet Instellingen MB...
  • Pagina 11: Display En Bedienelementen

    2.4.2 Display en bedienelementen Tijdbalk: Het actieve klokprogramma wordt weergegeven. Tijdblok Tijdblok Dagbedrijf Nachtverlaging 8 10 12 14 16 18 20 22 24 Tijdbalk Ruimtetemperatuur (gemeten waarde) Voorbeeld: Display weergave van menggroep 1 Geselecteerde bedrijfsmode (Automatisch) Snelkeuze-knop Buitentemperatuur 8 10 12 14 16 18 20 22 24 (gemeten waarde) 39.5 ºC Aanvoertemperatuur...
  • Pagina 12: Functies En Titelbeeld

    2.4.2.1 Functies en titelbeeld Voor alle vanuit functiekeuze beschik- bare functies is er een titelbeeld. 8 10 12 14 16 18 20 22 24 8 10 12 14 16 18 20 22 24 Met het titelbeeld worden de meest be- 39.5 ºC langrijke functie specifieke waardes, 45.3 ºC...
  • Pagina 13: Snelkeuze Menu En Knoppen

    2.4.3.2 Snelkeuze menu en knoppen Het snelkeuze menu kan worden geo- pend door het drukken van één van de snelkeuze toetsen. De snelkeuze func- U02 CV CIRCUIT 1 8 10 12 14 16 18 20 22 24 ties zijn alleen aanwezig bij de CV-cir- U02 CV CIRCUIT 2 39.5 ºC U02 TAPWATER CIRCUIT...
  • Pagina 14: Montage En Eerste Inbedrijfname

    Montage en eerste inbedrijfname Veiligheid BELANGRIJK De elektrische installatie en afzekering moet voldoen aan de voorschriften. Om te allen tij- Eerst lezen! de gereed te zijn moet de regelaar continu op spanning zijn. In serie met de spanning aan- gesloten schakelaars zijn hiervoor te beperken tot hoofd- en noodschakelaar, welke normaal altijd in de aan positie zijn.
  • Pagina 15: Aansluitingen Se 6320 Ogz

    3.2.2 Aansluitingen SE 6320 OGZ 6.30 A Potentiaal vrije Potentiaal voerende uitgangen (actoren) Netspanning Laagspanning (Sensoren) uitgangen...
  • Pagina 16: Attentie, Speciale Aandacht Ge- 3.3 Montage En Aansluiten Master Bediening (Mb)

    Montage en aansluiten master bediening (MB) Vaststellen van de montageplaats Indien de MB6100 tevens wordt gebruikt 123 mm 37 mm om de ruimtetemperatuur en/of vochtig- MB 6100 heid mee te meten dan moeten de vol- gende aanwijzingen in acht worden genomen: •...
  • Pagina 17: Procedure Eerste Inbedrijfname

    Procedure eerste inbedrijfname Houdt de volgende volgorde van handelingen aan bij de inbedrijfname. Kies voor aanvang uit de voorgeprogrammeerde hydraulische varianten een zoveel mogelijk overeenkomend verwarmingssysteem. Zie document "hydraulische systemen en functie applicaties". Gebruik de inbedrijfname assistent voor instellen van hydraulische variant en applicatie types.
  • Pagina 18: Menuvoering Inbedrijfname Assistent

    3.4.1 Menuvoering inbedrijfname assistent Instellingen MB Functiekeuze Inbedrijfname Enter UNIT 02 Installatie nieuw initiali- UNIT 03 seren? Inbedrijfname Enter 04-077 Stel gewenste hydraulische variant in. Zijn alle regelaars aange- Correct eBus adres met Hydraulische variant sloten en eBUS adressen in- Dipswitch instellen! (Zie document hydraulische varianten) gesteld?
  • Pagina 19: Stap Voor Stap Voorbereiden Van Eerste Inbedrijfname

    Stap voor stap voorbereiden van eerste inbedrijfname 3.5.1 Adres eBUS eenheden instellen Voorbeeld: Bij meerdere eBUS regelaars in een systeem moeten voor de eerste in- Master bediening 1 Master bediening 2 Master bediening 3 MB Master Nr. 6 MB Master Nr. 7 MB Master Nr.
  • Pagina 20: Adres Instellen

    3.5.2.1 eBUS voeding in-/uitschakelen De eBUS regelaars worden geleverd met ingeschakelde busvoeding. Elke eBUS regelaar heeft voldoende busvoeding van 24VDC voor 1 master- en/of 2 ruimtebedieningen. Bij meer dan 3 regelaars verbonden via bus, moeten afhankelijk van het aantal aangesloten ma- ster- en ruimtebedieningen bij één of meer regelaars de voeding worden uitgeschakeld.
  • Pagina 21: Ebus Verbinden Met Andere Regelaars

    3.5.3 eBUS verbinden met andere regelaars In elke SE 6320 OGZ zijn er 2 eBUS Voorbeeld: aansluitingen beschikbaar. MB 6100 FB 6204 LET OP de eBUS polariteit bij m u l t i m u l t i verbinden van regelaars. SE 6320 OGZ SE 6320 OGZ SE 6320 OGZ...
  • Pagina 22: Configureren En Instellen Met Master Bediening

    Configureren en instellen met master bediening Verdere informatie betreffende instel- en bedien mogelijkheden zijn te vinden in de eindgebruikershandleiding 3.6.1 eBUS-Scan Zijn alle kabels en sensoren aangesloten dan moet er een eBUS-scan worden uitgevoerd. Vervolgens worden alle gevonden regelaars en functies weergegeven door de master bediening. Selecteer nu de eBUS-scan functie met Instellingen MB de instelknop en bevestig de keuze door...
  • Pagina 23: Foutmeldingen Resetten

    3.6.2 Foutmeldingen resetten Indien een regelaar een foutmelding doorstuurt naar de bediening dan zal deze automatisch het titelbeeld met fout status van de betref- fende functie weergeven. De bediening maakt hierbij alleen melding, d.w.z. met de bediening kunnen we de foutmelding bekijken en resetten.
  • Pagina 24: Niet Beveiligde Instellingen Master Bediening

    3.6.3 Niet beveiligde Instellingen master bediening De eindgebruiker kan een aantal niet Instellingen MB Taalkeuze met wachtwoord beveiligde instellingen Functiekeuze Contrast van de master bediening wijzigen. eBUS-Scan Temperatuur schaal 24h of 12h kloktijd Selecteer Instellingen MB menu met de Datum opmaak instelknop en bevestig keuze "Enter".
  • Pagina 25 3.6.4.2 Adres master bediening (Master bediening No.) Indien er maar één MB aanwezig is dan hoeft deze instelling nooit te worden aangepast! Instellingen MB Taalkeuze Functiekeuze master bediening No. eBUS-Scan Temperatuur schaal Selecteer Instellingen MB met de Inbedrijfname 12h of 12h kloktijd draaiknop en bevestig de keuze door op Datum opmaak "Enter"...
  • Pagina 26: Master Bediening Toewijzen Aan Een Cv-Circuit (Zone Toewijzen)

    3.6.4.3 Master bediening toewijzen aan een CV-circuit (Zone toewijzen) De gemeten ruimtetemperatuur van de master bediening kan worden toegewezen aan een CV-circuit. Na toewijzing kan de meetwaarde eventueel nog gekalibreerd worden met de "correctie ruimtetemp. " instelling. Bij zone toewijzing worden de in de bediening geïntegreerde sensoren direct gebruikt. Er zij geen verdere instellingen noodzake- lijk zoals bij het verbinden met andere ruimtebedieningen zie 3.6.6.5, pagina 34.
  • Pagina 27: Inbedrijfname Assistent Opstarten

    3.6.4.4 Inbedrijfname assistent opstarten Om U te assisteren bij het instellen van de systeemconfiguratie is er een inbedrijfname-assistent. Deze zorgt ervoor dat de volgende essentiële stappen bij de inbedrijfname worden doorlopen: - Instellen kloktijd. - instellen Datum. - Kiezen van de gewenste hydraulische variant. - Voor afwijkende configuraties andere functie applicaties instellen - Opslaan van sensor configuratie - Resetten van regelaars...
  • Pagina 28: Niet Beveiligde Basis Instellingen

    3.6.5 Niet beveiligde basis instellingen In elke regelaar kan de eindgebruiker een aantal instellingen wijzigen zonder dat er een wachtwoord moet worden ingegeven. Verdere informatie betreffende instel- en bedien mogelijkheden zijn te vinden in de eindgebruikershandleiding 3.6.5.1 Opvragen wens- en meetwaarden Kies Functiekeuze in het MB basis Instellingen MB U02 CV CIRCUIT 1...
  • Pagina 29 3.6.5.3 Wijzigen functienaam De af fabriek voorgeprogrammeerde functie namen zijn als volgt: CV CIRCUIT 1 CV CIRCUIT 2 TAPWATER CIRCUIT U02 CV CIRCUIT 1 Met de master bediening kunnen KETEL 2 U02 CV CIRCUIT 2 deze labels worden gewijzigd (max. 20 KETEL 1 U02 TAPWATER CIRCUIT karakters).
  • Pagina 30: Beveiligde Basis Instellingen

    3.6.6 Beveiligde basis instellingen Alle instellingen van een eBUS eenheid beveiligt met wachtwoord 1 (Service / technicus) of 2 (OEM) kunnen alleen worden gezien en gewijzigd nadat het correcte service wachtwoord is ingegeven. 3.6.6.1 Wachtwoord regelaar ingeven Kies Functiekeuze in het MB basis menu met de instelknop en bevestig de Instellingen MB U02 KETEL 2...
  • Pagina 31 3.6.6.2 Hydraulische variant instellen Voor specifieke basis functies zoals CV-circuits, Tapwater circuit, ketel, aanvullende ketel, warmte management en cascade manage- ment zijn er voorgeprogrammeerde applicatie types opgeslagen in elke regelaar. Van deze voorgeprogrammeerde applicatie types zijn dan weer volledige sets opgeslagen als hydraulische varianten (04-077). Een hydraulische variant is dus een selectie van functie appli- caties en door selectie worden dus alle functies onmiddellijk ingesteld.
  • Pagina 32: Applicatie Types Instellen

    3.6.6.3 Applicatie types instellen Voor specifieke basis functies zoals CV-circuits, Tapwater circuit, ketel, aanvullende ketel, warmte management en cascade manage- ment zijn er voorgeprogrammeerde applicatie types opgeslagen in elke regelaar. Zo kunnen dan de van een hydraulische variant afwij- kende functies worden aangepast aan de aanwezige installatie. Door het kiezen van een applicatie type worden alle tot deze functie behorende instellingen met de fabrieksinstellingen voor deze functie overschreven.
  • Pagina 33: Individuele Parameters Instellen

    3.6.6.4 Individuele parameters instellen Voor elke functie is er een lijst met specifieke instellingen. Hiermee kan het functioneren van een functie verder worden afgestemd op individuele wensen. Voor het comfort relevante instellingen en klokprogramma’s kunnen doorgaans zonder wachtwoord worden gewij- zigd terwijl systeem specifieke instellingen het service- of OEM wachtwoord benodigen.
  • Pagina 34: Ruimtebediening Activeren In Regelaar

    3.6.6.5 Ruimtebediening activeren in regelaar Bij toepassing van ruimte- / afstandsbediening voor individuele CV-circuits moeten deze als volgt in bedrijf worden genomen. De bedie- ning moet worden aangesloten op een van de EBUS aansluitklemmen. Bij inschakelen van de regelaar zal de afstandsbediening worden geïnitialiseerd.
  • Pagina 35: Sensor Configuratie Bewaren

    3.6.6.7 Sensor configuratie bewaren Voor het correct functioneren van sommige functies en voor het generen van foutmeldingen is het noodzakelijk om de sensor configuratie na inbedrijfname eenmalig op te slaan. In het Algemene functies menu van de 04-037 Kloktijd Setwaarde uit, gewenste regelaar (U02 in dit voorbeeld) 04-038 Datum...
  • Pagina 36: Controleren Van Aangesloten Sensoren (Wens- En Meetwaarden)

    3.6.6.8 Regelaar RESET Na afsluiten van configuratie werkzaamheden waarbij een andere hydraulische variant of andere applicatie types werden ingesteld moet altijd een RESET worden uitgevoerd. Alleen dan is gegarandeerd dat alle functies correct worden geïnitialiseerd. Verder moet er opnieuw een eBUS- scan worden uitgevoerd zodat de MB de nieuwe configuratie herkent Er gaan bij een reset geen instellingen verloren.
  • Pagina 37: Testen Van Relaisuitgangen En Actoren

    3.6.8 Testen van relaisuitgangen en actoren Individuele uitgangen kunnen worden gecontroleerd met behulp van de relaistest. Hiervoor moet een correct wachtwoord voor de re- gelaar zijn ingegeven. De relaistest kan worden gekozen bij elke individuele functie. Gedurende een relaistest kan een uitgang worden ingeschakeld of uitgeschakeld.
  • Pagina 38: Opsporen En Oplossen Van Problemen

    3.6.8.1 Uitgangen Afhankelijk van regelaar en instellingen kunnen de volgende uitgangen worden getest: Beschrijving Functies 01-020 CV circuit pomp (HKP) CV circuit 1 Cv circuit 2 01-021 Mengklep (HKM) 01-087 Omloopklep koelen (ULV) 01-065 Tapwater circulatie pomp (ZP) Tapwater circuit 01-066 Tapwater laadpomp / Omloopklep (LP) 01-113...
  • Pagina 39: Display En Communicatie Problemen

    4.1 Display en communicatie problemen Indien er geen display is of er worden foutmeldingen gegeven dan kunnen vol- gende aanwijzingen uitkomst bieden. Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Geen display • Regelaar niet ingeschakeld • Controleer zekering. • Schakelaar is UIT •...
  • Pagina 40: Structuur Foutgeheugen En Afkortingen

    4.2.1 Structuur foutgeheugen en afkortingen Label Waarde Eenheid Beschrijving Functie nummer 0 - 9 In plaats van het nummer wordt de naam van de functie weergegeven Fout nummer 0 - 255 Beschrijving fout code Datum DD.MM.JJ Datum bij optreden fout kloktijd hh:mm Kloktijd bij optreden fout...
  • Pagina 41: Functies En Regelingen

    Functies en regelingen Zoals eerder uitgelegd in 2.1.3, pagina 7, zijn eBUS regelaars opgebouwd uit functies voor het regelen van CV-circuits, tapwater circuits verschillende types warmteopwekkers en warmte- en cascade management. Welke functies bij U aanwezig zijn is afhankelijk van re- gelaar type en ingestelde applicaties.
  • Pagina 42: Laag Tarief Klokprogramma

    5.1.2.1 Laag tarief klokprogramma Er is een extra klokprogramma aanwezig voor laag tarief periodes. Tijdens de AAN periode van dit klokprogramma wordt de gewenste aanvoertemperatuur setwaarde van de CV-circuits verhoogd met de waarde ingesteld met 07-31 onder CV-CIRCUIT instellingen. In sommige applicaties is het gewenst om tijdens de laag tarief periode van de energieverzorger extra energie te bufferen. Denk hierbij aan warmtepompen in combinatie met vloerverwarming.
  • Pagina 43: 10V Uitgangen Configureren

    5.1.2.3 0 - 10V uitgangen configureren Onder configuratie en instellingen kun- Instelling Beschrijving nen setwaarde uitgangen worden inge- steld. Hiermee kunnen Analoge 0-10V Geen functie signalen als temperatuur- of vermogens- Warmtemanager Setwaarde voor CV-bedrijf; [0 - 100 %] setwaarde voor externe warmteop- Warmtemanager Setwaarde voor tapwater bufferlading;...
  • Pagina 44: Cv Circuit 1 En 2

    CV CIRCUIT 1 en 2 De CV circuit functie regelt een zone voor centrale verwarming of koeling met of zonder ruimtetemperatuur opnemer. Tijdens verwarmen kan een zone weersafhankelijk, ruimte afhankelijk of als een combinatie van beide geregeld worden. Voor elk circuit is er eigen stooklijn aanwezig.
  • Pagina 45: Klokprogramma's

    5.2.4 Klokprogramma’s Elk CV circuit heeft 3 individuele weke- Klokprogramma 1 Klokprogramma 2 Klokprogramma 3 lijkse klokprogramma’s ter beschikking. Ma Di Wo Do Vr Za Zo Ma Di Wo Do Vr Za Zo Ma Di Wo Do Vr Za Zo Elk daarvan kan geactiveerd, bekeken of gewijzigd worden.
  • Pagina 46: Buitentemperatuur Afhankelijke Stookgrens Nachtverlaging

    De stookgrens (03-21) wordt normaal ongeveer 3 tot 5 K lager ingesteld dan de (03-21)-0.5 K 03-21 gewenste ruimtetemperatuur (03-51) voor dagbedrijf. Afhankelijk van het ge- Verwarming AAN wenste comfort. Om het verschil constant te houden zal TA °C Zomer blokkering bij aanpassing van de programmakeuze of de behaaglijkheid de werkelijke stook- Stookgrens afschakeling...
  • Pagina 47: Vorstbeveiliging

    5.2.10 Vorstbeveiliging Indien de buitentemperatuur lager wordt dan de ingestelde vorstbeveiligingstemperatuur (03-23), dan wordt de vorstbeveiliging actief. De circuit pomp wordt dan elk uur voor 6 minuten ingeschakeld. De zone wordt middels de mengklep geregeld op de vorstbeveili- gingstemperatuur van (03-00). Deze wordt gebruikt als aanvoertemperatuur setwaarde, maar initieel is er geen warmtevraag. Pas indien de aanvoertemperatuur onder de protectie temperatuur (03-00) daalt wordt een warmtevraag gestart en wordt de pomp continu aange- stuurd.
  • Pagina 48: Koellijn

    5.2.12 Koellijn Evenals bij weersafhankelijke regeling voor verwarmen wordt de aanvoertemperatuur berekend bij de actuele buitentemperatuur. De koellijn wordt vastgelegd middels een voetpunt en een ontwerppunt. Het voetpunt wordt ingesteld met buitentemperatuur (03-11) en de bijbehorende aanvoertemperatuur (03-43). Het ontwerppunt eveneens met een buitentemperatuur (03-47) en bijbehorende aanvoertem- peratuur (03-48).
  • Pagina 49: Buitentemperatuur Koelgrens

    5.2.13 Buitentemperatuur koelgrens Met de koelgrens (03-36) kan worden in- gesteld bij welke buitentemperatuur ko- elbedrijf wordt vrijgegeven. Hiervoor 03-36 (03-21)+0.5 K wordt dezelfde gemiddelde buitentem- Koeling AAN peratuur gebruikt als bij de stookgrens. De instelling moet zo gekozen worden TA °C dat de normale dagtemperatuur (03-54) Koeling UIT...
  • Pagina 50: Ruimte Temperatuur Stookgrenzen

    5.2.15 Ruimte temperatuur stookgrenzen Bij ruimte compensatie instelling (03- TI Ruimte setwaarde [°C] 007) hoger dan 0 en een geldige ruimte- Ruimtetemperatuur stookgrenzen temperatuur meetwaarde zijn er tevens stookgrenzen op basis van de gemeten ruimtetemperatuur. Deze stookgrenzen hebben de hoogste prioriteit. Setpoint cooling Bij een te hoge temperatuur zal de ver- Ruimte temperatuur...
  • Pagina 51: Tapwater Circuit

    TAPWATER CIRCUIT De tapwater functie regelt het laden van een buffertank. De temperatuur kan ingesteld worden op een normale dagtemperatuur en een comfort (meestal anti legionella) temperatuur. Er kan gekozen worden uit verschillende tapwaterconfiguraties. De door de functie bere- kende setwaarde wordt met verhoging doorgegeven aan het WARMTE MANAGEMENT. 5.3.1 Menu structuur Snelkeuze menu PROGRAMMAKEUZE...
  • Pagina 52: Klokprogramma's

    5.3.5 Klokprogramma’s Voor tapwater zijn er 2 wekelijkse klok- programma’s voor dagbedrijf en comfort Klokprogramma normaal Klokprogramma anti legionella of anti legionella bedrijf. Elk kan geacti- veerd, bekeken of gewijzigd worden. In- Ma Di Wo Do Vr Za Zo Ma Di Wo Do Vr Za Zo dividuele dagen of dagblokken kunnen in stappen van 15 minuten worden ge-...
  • Pagina 53: Laadstation, Laden Van Een Gelaagde Buffer Via Platenwisslaar

    5.3.6.2 Laadstation, laden van een gelaagde buffer via platenwisslaar Setwaarde regeling. Tapwater setwaarde [°C] De inschakelvoorwaarde is identiek aan 05-00 Inschakeldifferentie de voorwaarde bij standaard tapwater- Setwaarde 05-56 Uitschakeldifferentie regeling. Tapwater start wanneer het verschil tussen de setwaarde en de wer- Inschakeltemperatuur kelijke waarde groter wordt dan de in- stelbare inschakeldifferentie (05-00).
  • Pagina 54: Lading Met Thermostaat

    5.3.6.3 Lading met thermostaat Bij toepassing van een thermostaat worden setwaarde en inschakeldifferentie bepaald door de thermostaat. De installatie setwaarde bij vraag is gelijk aan de maximum installatie setwaarde. 5.3.7 Prioriteit t.o.v. centrale verwarming Tapwaterbereiding kan worden uitgevoerd met absoluut voorrang t.o.v. CV-bedrijf, of volledig parallel aan CV bedrijf. Parallelbedrijf kun- nen we tijdsafhankelijk maken.
  • Pagina 55: Warmteopwekker 1 En 2

    WARMTEOPWEKKER 1 en 2 De warmteopwekker functie is voor vrijgave (AAN/UIT zonder regeling) of regeling van olie, gas en hout/pellet ketels of warmtepompen. Afhankelijk van het type regeling zijn er mogelijkheden om de warmteopwekker te beveiligen en te regelen. De warmteopwekker ont- vangt warmtevraag en setwaardes vanuit het CASCADE MANAGEMENT waar de individuele ketelgegevens worden ingegeven.
  • Pagina 56: Mogelijke Warmteopwekker Regelingen

    5.4.5 Mogelijke warmteopwekker regelingen 5.4.5.1 Warmteopwekker ééntraps zonder regeling Warmteopwekker wordt niet geregeld vanuit de SE 6320 OGZ. Bij warmtevraag vanuit de CASCADE MANAGER wordt alleen het vrij- gave contact ingeschakeld. Regeling- en bewaking van temperatuur worden verder volledig door de warmteopwekker zelf ingevuld. Bij een installatie met vermogensregeling kan de vermogensvraag vanuit het CASCADE MANAGEMENT via de 0-10V uitgang aan de warmteopwekker worden doorgegeven.
  • Pagina 57: Inschakelvoorwaarden

    5.4.7 Inschakelvoorwaarden 5.4.7.1 Temperatuur setwaarde Setwaarde maximum; Warmteopwekker De warmteopwekker setwaarde kan niet groter worden dan de maxi- setwaarde aanvoer (TWVset) On- / mum temperatuur (10-031) - afschakel differentie (09-021). Off setpoint Max. 10-31 (09-21) (TWVmax) Setwaarde minimum: Setwaarde Gedurende bedrijf is het minimum de hoogste waarde van de mini- bereik mum temperatuur (09-032) + inschakel differentie (09-003) en de ge- (09-03)
  • Pagina 58: Temperatuur Regeling 2-Traps Of Lineair (0 - 10 V Uitgangssignaal)

    5.4.8 Temperatuur regeling 2-traps of lineair (0 - 10 V uitgangssignaal) Afhankelijk van de instelling (09-035) proportioneel bereik warmteopwekker modulatie wordt de temperatuurregeling tweetraps of li- neair (0 - 10V) uitgevoerd. Verder kan met kan de regeling buitentemperatuur afhankelijk (09-036) of vertraagd (09-034) worden vrijge- geven.
  • Pagina 59: Pomp Regeling

    5.4.9 Pomp regeling De warmteopwekker pomp wordt ingeschakeld bij een warmtevraag en zal bij einde warmtevraag gedurende de met 09-00 ingestelde pompnadraaitijd nadraaien. Om vastzitten van pomp te voorkomen tijdens STANDBY of UIT wordt de pomp elke dag kort aangestuurd. De pomp schakelt in om 12:00 ’s middags voor een duur van 30 seconden.
  • Pagina 60: Warmte Management

    WARMTE MANAGEMENT Het WARMTE MANAGEMENT bepaald hoe de opgewekte warmte verdeeld wordt in U installatie. Dit kan zijn middels een open of ge- sloten verdeler of door middel van een buffer. Er wordt tevens rekening gehouden met eventueel voorhanden zonne-energie. Het WARMTE MANAGEMENT verzamelt warmtevraag van alle verbruikers en bepaald daaruit de maximaal gewenste temperatuur voor aansturing van de warmteopwekkers.
  • Pagina 61: Mogelijke Systemen

    5.5.4 Mogelijke systemen 5.5.4.1 Open verdeler Open verdelers worden meestal toegepast in verwarmingsinstallaties met cascadeopstelling waarbij gebruik wordt gemaakt van meer- dere ketels in plaats van één grote ketel. Hierdoor krijgen we een hydraulische ontkoppeling tussen warmteopwekkers en verbruikers. Dit type installatie wordt afhankelijk van het wel of niet aanwezig zijn van de centrale aanvoertemperatuur geregeld op temperatuur of vermogen.
  • Pagina 62: Installatie Regelen Op Vermogen

    5.5.6 Installatie regelen op vermogen Bij deze manier van regelen hebben we altijd een centrale aanvoervoeler voor het meten van de installatie aanvoertemperatuur (TKx) bij verdeler/hydraulisch ontkoppeling of in een buffer (TPO). De regelaar berekend aan de hand van de afwijking tussen gewenste en gemeten installatie aanvoertemperatuur het benodigde vermogen.
  • Pagina 63: Cascade Management

    CASCADE MANAGEMENT De CASCADE MANAGER ontvangt de gewenste setwaarde voor temperatuur en vermogen van het WARMTE MANAGEMENT en ver- deelt dit vermogen over de aanwezige warmteopwekkers. Dit kunnen ééntraps, tweetraps of modulerende warmteopwekkers zijn. De inschakelvolgorde wordt bepaald door de volgorde waarop ze zijn ingegeven. De aansturing van de warmteopwekkers kan zowel intern, met de geïntegreerde warmteopwekker functies zijn, als ook extern met bijvoorbeeld een tweede SE eenheid of ZIF250 (Opentherm).
  • Pagina 64: Ebus Adres Van De Warmteopwekkers

    5.6.4 eBUS adres van de warmteopwekkers Door het ingeven van een adres (04-022) wordt het geven van warmte- en vermogensvraag voor de desbetreffende warmteopwekker actief. Bij instelling 0 wordt deze warmteopwekker niet aangesproken en worden verdere instellingen niet gebruikt bij het verdelen van de vraag.
  • Pagina 65: Vermogen Warmteopwekker

    5.6.8 Vermogen warmteopwekker Het effectieve vermogen van elke warmteopwekker wordt met 11-002 ingevoerd zodat de regeling weet welke en hoeveel warmteop- wekkers benodigd zijn om te voldoen aan het totaal gewenste vermogen. Afhankelijk van de vraag zal de regeling een warmteopwekker wel of niet inschakelen.
  • Pagina 66: Parameter Lijst

    Parameter lijst Alle beschikbare en niet met wachtwoord beveiligde parameters worden in onderstaande lijst weergegeven. Welke van deze parameters wel of niet worden weergegeven is verder nog afhankelijk van Uw systeemconfiguratie. CV CIRCUIT functie 1 en 2 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde...
  • Pagina 67: Cv Circuit - Status (Titelbeeld)

    Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Status (Titelbeeld) CV circuit - 02-051 Status CV circuit regeling Bedrijfstoestand CV-circuit regeling 0 = Uitgeschakeld 1 = Normaal dagbedrijf 2 = Comfort dagbedrijf 3 = nachtbedrijf 4 = Nacht uit (stookgrens nacht actief) 5 = Gedwongen afname 6 = Gedwongen begrenzing 7 = Vakantiebedrijf...
  • Pagina 68 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. CV circuit - Instellingen 03-006 Opstooktijd. Voorwarmtijd in mi- Door de startoptimalisering kan de ruimte al bij be- nuten bij -10°C buitentempera- gin van het dagprogramma op temperatuur zijn. De tuur ingestelde waarde geeft de maximale opstarttijd bij -10 °C buitentemperatuur en 5K afwijking in ruimte- temperatuur.
  • Pagina 69 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. CV circuit - Instellingen 03-012 Klimaatzone. Ontwerp buiten- De stooklijn wordt bepaald door het instellen van °C temperatuur t.b.v. stooklijn een voetpunt en een ontwerp- of klimaatzone punt. Deze instelling is de klimaatzone (minimum buiten- temperatuur in U regio) waarvoor U CV-systeem is ontworpen.
  • Pagina 70 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. CV circuit - Instellingen 03-036 Koelgrens buitentemperatuur De koelgrens bepaald wanneer koelbedrijf wordt °C geblokkeerd op basis van de gemiddelde buiten- temperatuur. Koelbedrijf wordt vrijgegeven zodra de gemiddelde buitentemperatuur boven de ingestelde waarde plus 0,5K stijgt.
  • Pagina 71 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. CV circuit - Instellingen 03-054 Ruimtetemperatuur setwaarde Ruimtetemperatuur setwaarde voor normaal dag- °C koelen normaal bedrijf koelen 03-056 Ruimtetemperatuur setwaarde Ruimtetemperatuur setwaarde tijdens nachtverla- °C koelen spaarbedrijf ging koelen. 03-058 Behaaglijkheid. Tijdelijke aan- Met de behaaglijkheid wordt de actuele ruimtetem- passing comfort niveau peratuur setwaarde gecorrigeerd...
  • Pagina 72 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. CV circuit - Instellingen 07-008 Maximum aanvoertemperatuur Maximaal mogelijke setwaarde voor de aanvoer- °C CV circuit temperatuur 07-009 Setwaarde aanvoertemperatuur De CV-circuit aanvoertemperatuur setwaarde bij °C voor handbedrijf handbedrijf. 07-031 Laag tarief verhoging setwaarde In sommige applicaties is het gewenst om tijdens de tijdens laag tarief klokprogram- laag tarief periode van de energieverzorger extra...
  • Pagina 73: Tapwater Circuit Functie

    TAPWATER CIRCUIT functie Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord Tapwater circuit - Configuratie 05-076 Applicatie type tapwaterberei- Met deze instelling kan gekozen worden uit vooraf ding gedefinieerde applicatie types. *Op gebruikersniveau alleen zichtbaar. *Beschikbare applicatie types worden weerge- geven in het document "Hydraulische syste- men en functie applicaties".
  • Pagina 74: Tapwater Circuit - Status (Titelbeeld)

    Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Status (Titelbeeld) Tapwater circuit - 02-052 Status tapwater regeling Bedrijfstoestand tapwaterregeling: 0 = Uitgeschakeld 1 = Normaal WW laadbedrijf 2 = Comfort WW laadbedrijf (Anti-legionella) 3 = Gedwongen begrenzing 4 = Gedwongen lading / lading 5 = Storing Tapwater circuit - Instellingen 05-000 Inschakeldifferentie voor tap-...
  • Pagina 75 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Tapwater circuit - Instellingen 05-025 P-bereik mengklep P-aandeel ofwel proportionele band voor regeling van de mengklep. het P-aandeel bepaalt bij welke afwijking tussen gewenste- en werkelijk aanvoer- temperatuur het stuursignaal richting klep continu OPEN dan wel continu DICHT is (dus geen pulsen meer).
  • Pagina 76 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Tapwater circuit - Instellingen 05-054 Inschakel setwaarde circulatie- Optioneel kunnen we voor aansturing van een circu- °C pomp latiepomp een voeler in het circulatiecircuit monte- ren. De circulatiepomp wordt dan niet alleen gestuurd volgens klokprogramma maar tevens volgens de gemeten circulatie circuit temperatuur.
  • Pagina 77: Warmteopwekkers 1 En 2

    WARMTEOPWEKKERS 1 en 2 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord Warmteopwekker - Configuratie 09-076 Applicatie type warmte- Met deze instelling kan gekozen worden uit vooraf (ketel 1) opwekker gedefinieerde applicatie types. *Op gebruikersniveau alleen zichtbaar. 12-007 *Beschikbare applicatie types worden weerge- (ketel 2) geven in het document "Hydraulische syste- men en functie applicaties".
  • Pagina 78: Warmteopwekker - Status (Titelbeeld)

    Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Warmteopwekker - Status (Titelbeeld) 02-053 Status warmteopwekker rege- Bedrijfstoestand warmteopwekker regeling ling 0 = UIT 1 = Verwarmen 3 = externe blokkering 15 = Alarm 16 = Storing 21 = TWVmax, maximum aanvoer afschakeling 22 = TWVsoll, setwaarde temperatuur afschakeling 26 = Bivalent afschakeling 27 = Tapwater blokkering bufferlading...
  • Pagina 79 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Warmteopwekker - Instellingen 09-012 Buitentemperatuur vrijgave Buitentemperatuur waarbij de warmteopwekker °C wordt geblokkeerd. Deze blokkering is afhankelijk van de gekozen functie in 9-11. (Schakeldifferentie 2 K). 09-020 Setwaarde temperatuur hand- Aanvoer- of warmteopwekker setwaarde tijdens °C bedrijf handbedrijf.
  • Pagina 80 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Warmteopwekker - Instellingen 09-098 Inschakelvolgorde omschake- Selecteer of omschakelen van de inschakelvolgor- ling 1 en 2 trap de tussen 1 en 2 trap gewenst is. 0 = Geen omschakelen 1 = Omschakelen na elke start (de trap met het ge- ringste aantal bedrijfsuren eerst) 10-031 Maximale temperatuur warm- Wordt de maximale warmteopwekker temperatuur...
  • Pagina 81: Warmte Manager Functie

    WARMTE MANAGER functie Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord Warmte manager - Configuratie 06-076 Applicatie type warmte manager Met deze instelling kan gekozen worden uit vooraf gedefinieerde applicatie types. *Op gebruikersniveau alleen zichtbaar. *Beschikbare applicatie types worden weerge- geven in het document "Hydraulische syste- men en functie applicaties".
  • Pagina 82: Warmte Manager - Instellingen

    Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Warmte manager - Instellingen 06-001 Maximum CV bedrijf vermogen Is het maximale vermogen wat bij CV-bedrijf en/of het laden van de buffer door de warmte manager kan worden gevraagd. Is deel van het totaal be- schikbare warmteopwek vermogen (Som van de vermogens van alle warmteopwekkers in cascade management.
  • Pagina 83 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Warmte manager - Instellingen 06-017 Maximale stijging setwaarde Maximaal toegestane stijging van de aanvoertem- CV-bedrijf peratuur setwaarde voor een kaskade. Hiermee wordt voorkomen dat bij een plotseling sprong in setwaarde voor CV bedrijf alle of meerdere warm- teopwekkers worden ingeschakeld.
  • Pagina 84: Cascade Manager Functie

    CASCADE MANAGER functie Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord Cascade manager - Configuratie 11--076 Applicatie type cascade mana- Met deze instelling kan gekozen worden uit vooraf gedefinieerde applicatie types. *Op gebruikersniveau alleen zichtbaar. *Beschikbare applicatie types worden weerge- geven in het document "Hydraulische syste- men en functie applicaties".
  • Pagina 85 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Warmte manager - Instellingen 11-001 Regelstrategie warmteopwek- Met deze instelling kunnen we kiezen hoe de warm- teopwekker wordt aangestuurd binnen de cascade regeling. 1 = Temperatuursturing ook voor tapwater. De warmteopwekker krijgt een temperatuur set- waarde en een vermogenssetwaarde van 100% 2 = Vermogenssturing ook voor tapwater.
  • Pagina 86: Algemene Functies

    ALGEMENE FUNCTIES Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord Algemene functies - Configuratie 04-076 Applicatie type algemene Met deze instelling kan gekozen worden uit vooraf functies gedefinieerde applicatie types *Op gebruikersniveau alleen zichtbaar. *Beschikbare applicatie types worden weerge- geven in het document "Hydraulische syste- men en functie applicaties".
  • Pagina 87: Algemene Functies - Wens- En Meetwaarden

    Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord Algemene functies - Wens- en meetwaarden 00-000 Buitentemperatuur Gemeten buitentemperatuur °C 00-001 Ruimtetemperatuur gemeten Gemeten ruimtetemperatuur van mengcircuit 1 °C 00-002 Aanvoertemperatuur gemeten t Gemeten aanvoertemperatuur van mengcircuit 1 °C 01-002 Aanvoer gewenst. De berekende aanvoertemperatuur voor het CV-cir- °C cuit...
  • Pagina 88 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Algemene functies - Instellingen 04-020 Unit nummer, eBUS adres van In een installatie met meerdere regelaars moet er dit apparaat ten minste 1 als hoofdregelaar geconfigureerd zijn. De hoofd- ofwel masterregelaar neemt het warmte- en cascade management voor zijn rekening.
  • Pagina 89 Een- Wacht- Parameter Beschrijving waarde waarde heid woord. Algemene functies - Instellingen 04-045 Actie uitvoeren Met deze instelling is het mogelijk om de regelaar bepaalde eenmalige opdrachten te laten uitvoeren. Welke taken toegankelijk zijn is afhankelijk van de ingegeven toegangscode. Special commando: 0 = Geen functie 4 = Wis data logger (minimaal OEM code) 8 = Bewaar voeler configuratie (min.
  • Pagina 90: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens MB 6100 / MB 6400 Spanningsverzorging: Via Bus (24V) Omgevingstemperatuur in bedrijf: 0 °C ... 50 °C Omgevingstemperatuur bij opslag: -20 °C ... 60 °C Relatieve vochtigheid: Max. 85 % geen condens eBUS: 2 draads, polariteit ongevoelig eBUS bekabeling: Max.
  • Pagina 91: Technische Gegevens Se 6320 Ogz

    Technische gegevens SE 6320 OGZ Spanningsverzorging: 230 VAC + 10%, 50 Hz Verbruik: Max. 12 VA Zekering: 6.3 AT Spanning meetcircuits: 12 V, galvanische scheiding 4 kV Omgevingstemperatuur in bedrijf: 0 °C ... 50 °C Omgevingstemperatuur bij opslag: -20 °C ... 60 °C Relatieve vochtigheid: Max.
  • Pagina 92: Temperatuur Sensoren

    Temperatuur sensoren TYPE ZVF 210 ZAF 200 Meetelement NTC 5000 bij 25 °C Meetnauwkeurigheid / stroom 0 ... 70 °C ± 0,5 K / < 1 mA Meetbereik / Omgevingstemperatuur - 5 ... 105 °C - 40 ... 50 °C Kabel / isolatie PVC grijs Draad / draadeinde...
  • Pagina 93: Begrippen En Afkortingen

    Begrippen en afkortingen Mengklep voor tapwaterlading via platenwisslaar eBUS 2-draads databus voor verwarmingssystemen eBUS Unit Individuele eBUS regelaar Ruimtebediening Massa Uren Stookgrens Mengklep CV-circuit Pomp CV-circuit Istwert Meetwaarde (Temperatuur) Kelvin Koud water Tapwater laadpomp / omloopklep Actuator (Motor) Master bediening voor eBUS regelaars Minuut Mengklep retour Nulleider...
  • Pagina 94 Begrippen en afkortingen Warmteopwekker aanvoertemperatuuropnemer Warm water circulatie circuit temperatuur Omloopklep Warmteopwekker WE-Controller Warmteopwekker met eigene regeling voor vermogen, temperatuur, pomp etc. Pomp warmteopwekker Warm water Warm water circulatie pomp Aanvullende ketel Circulatie pomp...
  • Pagina 95: Index

    Index Numeriek 0 - 10V ingang ..............42 Gesloten verdeler ..............61 0 - 10V uitgang ..............43 Gradiënt ................62 Adres master bediening wijzigen ......... 25 Hydraulische systemen ............8 Afmetingen SE 6320 OGZ ........... 14 Hydraulische variant kiezen ..........31 Algemene functies, parameters ...........
  • Pagina 96 Regelstrategie cascade ............64 Wachtwoord bediening ingeven ...........24 Relaistest ................37 Wachtwoord eBus regelaar ............9 RESET ................. 36 Wachtwoord master bediening ..........9 Ruimte compensatie ............49 Wachtwoord regelaar ingeven ..........30 Ruimtebediening aan CV circuit toewijzen ......34 Warmte management functie ..........60 Ruimtebediening activeren ..........
  • Pagina 97 Notitie:...
  • Pagina 98 Notitie:...
  • Pagina 99 Notitie:...
  • Pagina 100 Leverancier: Itho Daalderop BV Adm. de Ruyterstraat 2 3115 HB Schiedam Postbus 21 3100 AA Schiedam T(010) 4278500 F(010) 4278999 E info@itho.nl I www.itho.nl...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cenvax mb 6100Cenvax mb 6400

Inhoudsopgave