Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vorstbeveiliging; Stooklijn - Itho Daalderop Cenvax SE 6320 OGZ Technische Handleiding

Universele verwarmings
Verberg thumbnails Zie ook voor Cenvax SE 6320 OGZ:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.2.10 Vorstbeveiliging

Indien de buitentemperatuur lager wordt dan de ingestelde vorstbeveiligingstemperatuur (03-23), dan wordt de vorstbeveiliging actief.
De circuit pomp wordt dan elk uur voor 6 minuten ingeschakeld. De zone wordt middels de mengklep geregeld op de vorstbeveili-
gingstemperatuur van (03-00). Deze wordt gebruikt als aanvoertemperatuur setwaarde, maar initieel is er geen warmtevraag. Pas indien
de aanvoertemperatuur onder de protectie temperatuur (03-00) daalt wordt een warmtevraag gestart en wordt de pomp continu aange-
stuurd. Deze functie wordt pas beëindigd bij het wijzigen van de bedrijfsmode (bijvoorbeeld ingaan van het dagbedrijf) of zodra de vor-
stgrens weer wordt overschreden.

5.2.11 Stooklijn

Bij een 100% weersafhankelijke regeling wordt de gewenste aanvoertemperatuur alleen bepaald door de actuele buitentemperatuur en
de ingestelde stooklijn. De stooklijn wordt vastgelegd met voetpunt en een klimaatzone of ontwerppunt. Het voetpunt wordt ingesteld
met de "voetpunt buitentemperatuur" (03-11) en de "voetpunt aanvoertemperatuur setwaarde" (03-01). De positie van het ontwerppunt
wordt ingesteld met de "klimaatzone" (03-12) en de bijbehorende "aanvoertemperatuur setwaarde" (03-13).
Het ontwerppunt moet gebaseerd zijn op een ruimtetemperatuur setwaarde van 20 °C (ontwerp specificatie).
Zolang verwarmen is vrijgegeven zal er altijd een "minimum aanvoertemperatuur" (07-02) nagestreefd worden. Tevens is er de "maxi-
mum aanvoertemperatuur" instelling (07-08). De regeling bepaald de werkelijke setwaarde voor de aanvoertemperatuur in overeenstem-
ming met de ruimtetemperatuur setwaarde (03-00, 03-51, 03-53) en de programmakeuze (03-50). Voor normaal dagbedrijf en
nachtverlaging kan de werkelijke ruimtetemperatuur setwaarde tijdelijk worden aangepast met de "behaaglijkheid" (03-58) instelling met
+/- 3 K.
De ontwerp stooklijn (ruimtetemperatuur 20 °C) wordt parallel verschoven aan de hand van de actieve ruimtetemperatuur setwaarde
verwarmen (03-051, 03-053, 03-000).
De stooklijn moet door een vakkundige worden ingesteld en zal normaal gesproken daarna niet meer wijzigen
THV/TI[°C]
55
50
07-08
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
-18
-16
-14
-12
Stooklijn
03-13
Stooklijn
03-12
-10
-8
-6
-4
-2
0
03-00: Ruimtetemperatuur setwaarde vorstbeveiliging
03-01: Voetpunt aanvoertemperatuur
03-11: Voetpunt buitentemperatuur
03-12: Klimaatzone
03-13: Klimaatzone aanvoertemperatuur
03-21: Stookgrens voor normaal dagbedrijf buiten temp.
03-51: Ruimtetemperatuur setwaarde dagbedrijf
03-53: Ruimtetemperatuur setwaarde nachtverlaging
07-02: Minimum aanvoertemperatuur
07-08: Maximum aanvoertemperatuurture
03-51
03-53
03-00
2
4
6
8
10
12
03-11
07-02
03-01
03-21
14
16
18
20
22
24
TA[°C]
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cenvax mb 6100Cenvax mb 6400

Inhoudsopgave