De stookgrens (03-21) wordt normaal
ongeveer 3 tot 5 K lager ingesteld dan de
gewenste ruimtetemperatuur (03-51)
voor dagbedrijf. Afhankelijk van het ge-
wenste comfort.
Om het verschil constant te houden zal
bij aanpassing van de programmakeuze
of de behaaglijkheid de werkelijke stook-
grens automatisch mee verschuiven.
Het verschil tussen ruimtetemperatuur
setwaarde (03-51) en de stookgrens
blijft.
5.2.8 Buitentemperatuur afhankelijke stookgrens nachtverlaging
Bij automatisch bedrijf is er een tweede
stookgrens (03-02) die actief is tijdens
nachtbedrijf. Hiermee kan tijdens nacht-
bedrijf automatisch worden geschakeld
tussen nachtverlaging of CV circuit UIT.
Boven deze waarde wordt het circuit uit-
geschakeld en is alleen de vorstbeveili-
ging nog actief. In goed geïsoleerde
gebouwen kan het een voordeel zijn om
de stookgrenzen apart in te stellen. Bij
negatieve of lage instelling is er nog altijd
de vorstbeveiliging actief voor bewaking
van U installatie.
5.2.9 Aanvoertemperatuur afhankelijke stookgrens.
Een verdere stookgrens wordt van de
berekende aanvoertemperatuur set-
waarde afgeleid. Indien de setwaarde
voor de aanvoertemperatuur nog maar
nauwelijks afwijkt van de ruimtetempera-
tuur, door externe invloeden of de ruim-
tetemperatuur zelf. Dan kan met deze
hier ingestelde differentie (03-08) CV
bedrijf worden beëindigd. De waarde
geeft dus aan bij welk verschil tussen
ruimtetemperatuur een aanvoertempe-
ratuur setwaarde warmtevraag kan wor-
den afgeschakeld
Deze stookgrens wordt niet gebruikt bij
een weersafhankelijke regeling maar is
zinvol bij ruimteregeling of compensatie.
Bij instelling -10 is de stookgrens inac-
tief.
46
(03-21)-0.5 K
Verwarming AAN
Zomer blokkering
Stookgrens afschakeling
(03-02)-0.5 K
Verwarming AAN
Nachtverlaging
Verwarming UIT
Standby
Stookgrens afschakeling
Aanvoer Setwaarde [°C]
30
T
ruimte
25
20
15
10
14
16
18
20
03-21
TA °C
03-02
TA °C
+ (03-08) + 2K
T
+ (03-08)
ruimte
22
24
26
28
30
Ruimte
[°C]