Functie
Parameter Beschrijving
Min temperatuur
120
water verwarming
Max temperatuur
121
water verwarming
Max temperatuur
122
buitenlucht koeling
Min temperatuur
123
buitenlucht koeling
Min temperatuur
124
water koeling
Max temperatuur
125
water koeling
Sensor temp.
126
buitenlucht GMC
Waarde sensor TO
127
Waarde sensor TE
128
Waarde sensor TS
129
Waarde sensor TD
130
Werkwijze
131
Max frequentie
132
compressor
Vereiste frequentie
133
Reële frequentie
134
Werktijd compressor
135
Vermogen
136
Waarde sensor EWT
137
Waarde sensor LWT
138
Waarde sensor TR
139
Werkwijze
140
Fouten
141
Versie software gmc
142
Uitgave software gmc
143
Werkingstijd
144
waterpomp
Actuele setpoint water
145
Potentiaalvrij contact
146
uit/off
Alarm/omgevings-
luchttemperatuur
147
bereikt
Code gebruikt om de minimumbuitentemperatuur van de klimaatcurve van
verwarming te selecteren.
Code gebruikt om de maximumbuitentemperatuur van de klimaatcurve van
verwarming te selecteren.
Code gebruikt om de maximumbuitentemperatuur van de klimaatcurve van koeling,
die afhangt van het land waar het systeem geïnstalleerd is, te selecteren.
Code gebruikt om de minimumbuitentemperatuur van de klimaatcurve van koeling
te selecteren
Code gebruikt om de minimumwatertemperatuur van de klimaatcurve van koeling
te selecteren.
Code gebruikt om de maximumwatertemperatuur van de klimaatcurve van koeling
te selecteren.
Code gebruikt om aan te geven of de sensor van de buitenluchttemperatuur GMC
al dan niet geïnstalleerd is
1. Sensor buitenluchttemperatuur GMC geïnstalleerd
2. Sensor buitenluchttemperatuur GMC niet geïnstalleerd
De code geeft de waarde van de buitenluchttemperatuur, gemeten door de sensor
TO, aan
De code geeft de waarde van de koelmiddeltemperatuur, gemeten door de sensor
TE, aan
De code geeft de waarde van de koelmiddeltemperatuur, gemeten door de sensor TS, aan
De code geeft de waarde van de koelmiddeltemperatuur, gemeten door de sensor TD, aan
De code geeft de reële werkingsmodus van de warmtepomp aan
1. Uit
2. Koeling
3. Verwarming
4. Storing
5. Defrost (ontdooiing)
De code geeft de maximumfrequentie van de compressor aan, berekend door de
centrale kaart GMC
De code geeft de frequentie aan die de besturing van het systeem vraagt
De code geeft de reële frequentie van de compressor aan
De code geeft de bedrijfsuren van de compressor aan
De code geeft het nominale vermogen van de warmtepomp aan (kW)
N.G.
De code geeft de temperatuur van het uitgaande water van de warmtepomp aan die
gemeten wordt door de sensor LWT
De code geeft de temperatuur van het koelmiddel aan die gemeten wordt door de
sensor TR
De code geeft de werkingsmodus aan die de besturing van het systeem vraagt:
0. Uit
1. Stand-by
2. Koeling
3. Verwarming
4. N.G.
5. N.G.
6. Nominale verwarming
7. Nominale koeling
8. IJsbestrijdende bescherming
9. Defrost (ontdooiing)
10. Bescherming hoge temperatuur
11. Wachten ontsteking compressor
12. Fout in het systeem
13. Geavanceerde bescherming tegen bevriezen
De code geeft de lijst van alle foutcodes aan die het externe toestel gedetecteerd
heeft. Als er geen fouten zijn, wordt er geen code weergegeven.
De code geeft de versie van de software GMC aan
De code geeft de uitgave van de software GMC aan
De code geeft de bedrijfsuren van de waterpomp aan.
De code geeft de actuele setpoint van het water aan dat door de besturing van het
systeem vastgelegd wordt.
Code gebruikt om de verschillende logica's voor UITZETTEN in te stellen
1. OFF standaard
2. Bestuurde cyclus OFF (alleen als de warmtepomp bestuurd wordt door een
potentiaalvrij contact)
Code gebruikt om de uitgang gekoppeld aan PIN 5 op het klemmenbord te selecteren
1. Alarmsignaal
2. Signaal setpoint van luchttemperatuur bereikt
64
Ingestelde
Bereik van de
Defaultwaarde
waarden
min
Max
20°C
60°C
35°C
20°C
60°C
55°C
24°C
46°C
40°C
0°C
30°C
20°C
4°C
20°C
4°C
4°C
20°C
15°C
1
2
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
2
1
1
2
1
Waarde
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock
Lock