16.De veiligheidsfilterzak goed afsluiten
met de aangebrachte kabelbinder.
17.De veiligheidsfilterzak uit het vuilreser-
voir verwijderen.
18.Het vuilreservoir van binnen met een
vochtige doek reinigen.
19.De veiligheidsfilterzak in een stofdichte
gesloten zak conform de wettelijke be-
palingen afvoeren.
Afbeelding E
20.Het vuilreservoir in het apparaat plaat-
sen.
Afbeelding D
WAARSCHUWING
Ondeskundig gebruik bij het vergrende-
len van het vuilreservoir
Gevaar voor beknelling
Tijdens de vergrendeling in geen geval de
handen tussen het vuilreservoir en de filter-
ring houden of in de buurt van het hijsme-
chanisme brengen.
Het vuilreservoir door bedienen van de
hendel met beide handen vergrendelen.
21.Het vuilreservoir vergrendelen met de
hendels.
22.De buffferslang op het vuilreservoir ste-
ken
Apparaat inschakelen
1. De netstekker in het stopcontact steken.
2. Het apparaat met de apparaatschake-
laar inschakelen.
Afbeelding N
3. Het zuigen begint.
De minimale volumestroom aflezen
Aan de voorzijde van het apparaat is een
weergave-instrument gemonteerd dat de
zuigonderdruk in het apparaat weergeeft
(zie hoofdstuk Beschrijving apparaat).
De tabel toont de waarde van de maximale
zuigonderdruk. De waarde is afhankelijk
van de prestaties van het apparaat en de
gebruikte zuigslang.
LET OP
Zuigverlies
Als de opgegeven waarde wordt overschre-
den, daalt de luchtsnelheid in de zuigslang
onder 20 m/s.
98
Reinig het hoofdfilter uiterlijk wanneer de
waarde wordt bereikt (zie hoofdstuk Hoofd-
filter reinigen).
Vervang het hoofdfilter als de waarde niet
aanzienlijk daalt door reiniging ervan (zie
hoofdstuk Hoofdfilter vervangen).
Vermo-
Slangdi-
gen
ameter
3,0 kW DN40
3,0 kW DN50
4,0 kW DN40
4,0 kW DN50
Het hoofdfilter uiterlijk bij de aangege-
ven waarde reinigen.
Hoofdfilter reinigen
Afbeelding O
1. Beweeg de filterreinigingshendel enkele
keren heen en weer om het hoofdfilter te
reinigen.
Apparaat uitschakelen
1. Het apparaat uitschakelen met de aan-/
uitschakelaar.
2. Het vuilreservoir ledigen en reinigen.
3. Het toebehoren demonteren en eventu-
eel reinigen en drogen.
Vuilreservoir ledigen
Het vuilreservoir moet telkens wanneer no-
dig en na elk gebruik worden geledigd.
1. Het apparaat uitschakelen en van de
voeding loskoppelen.
2. Het hoofdfilter reinigen.
3. Het vuilreservoir uit het apparaat verwij-
deren en de stofverzamelzak (zie hoofd-
stuk Stofverzamelzak vervangen) of de
veiligheidsfilterzak (zie hoofdstuk Veilig-
heidsfilterzak vervangen) vervangen.
Instructie
Verplaats het vuilreservoir alleen op zijn
looprollen. Gebruik hiervoor geen kraan,
vorkheftruck of iets dergelijks.
Zuigkop verwijderen
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Nederlands
Waarde
200 mbar (20 kPA)
150 mbar (15 kPA)
226 mbar (22,6 kPA)
216 mbar (21,6 kPA)
Na elk gebruik