OPMERKING
Gebruik voor het smeren alleen speciale naaimachineolie van
de beste kwaliteit omdat andere soorten olie niet geschikt
zijn.
Let er op dat er na het smeren restjes olie in de machine aan-
wezig kunnen zijn. Deze ruimt u op door een paar steken te
naaien op een restje stof. Op die manier voorkomt u dat uw
naaiwerk door olieresten vervuild wordt.
11.4.1. Reinigen van de behuizing en het pedaal
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u de machine gaat
reinigen.
Voor de reiniging van behuizing en pedaal gebruikt u een dro-
ge, zachte doek. Gebruik geen chemische oplos- en schoon-
maakmiddelen. Deze kunnen het oppervlak en/of de opschrif-
ten van de machine beschadigen.
11.4.2. De transporteur en het spoelhuis
reinigen en smeren
Het is noodzakelijk om de tanden van de stoftransporteur al-
tijd schoon te houden om verzekerd te zijn van probleemloos
naaien.
Verwijder de naald en de persvoet (zie Pagina 143 ev.).
Draai de schroeven van de steekplaat (10) los en verwijder
de plaat van de machine.
Til de spoel uit de spoelcassette.
Verwijder de grijperbaanring.
Verwijder met het kwastje stof en draadresten van de tan-
den van de stoftransporteur, van de spoelcassette en van
de grijperbaanring.
Smeer de naaimachine door een druppel naaimachineolie
aan te brengen op de met pijlen gemarkeerde plekken.
Plaats de grijperbaanring weer in de spoelcassette. Let er
bij het aanbrengen op dat de fixeerlip B tegen de eindposi-
tie van de grijperring A aanligt.
Zet de naaldplaat (10) weer terug.
TIP
Afhankelijk van het gebruik van de machine moet dit deel van
de machine vaker worden gesmeerd.
Onderhoud, verzorging en reiniging
A
DE
FR
NL
IT
ES
B
145 van 260