Trek de hendel (36) van het inrijgmechanisme voorzichtig
zo ver mogelijk naar beneden.
Draai de hendel (36) van het inrijgmechanisme voorzichtig
linksom naar achter.
De draadhaak A wordt automatisch door het oog van de
naald geleid. Leg de draad onder de draadhaak A.
Zet de hendel (36) van het inrijgmechanisme voorzichtig
weer terug in de uitgangspositie. De draadhaak A trekt de
bovendraad door het oog van de naald en vormt een lus
achter de naald.
A
Voorbereidende werkzaamheden
123 van 260
DE
FR
NL
IT
ES