Naaien
Ingebouwd
draadmesje
Programmanummer
omhoog
Programmanummer
omlaag
130 van 260
10.6. Omwisselen van naairichting
Als u in de hoeken van het naaigoed van naairichting wilt ver-
anderen, gaat u als volgt te werk:
Stop de machine en draai het handwiel (24) zo ver naar u
toe totdat de naald in de stof steekt.
Til de persvoet (26) op.
Draai de stof om de naald om de richting naar wens te ver-
anderen.
Laat de persvoet (26) weer zakken en ga verder met naaien.
TIP
U kunt ook de plaatsing van de naald voor de onderste positie
instellen. Voer hiertoe de procedure uit die in hoofdstuk "5.4.
Instelling van de eindpositie van de naald" op pagina 127
wordt beschreven.
10.7. Afsnijden van de draad
Snijd de draad af met het draadmesje (15) achter aan de naai-
machine of met een schaar. Laat ca. 15 cm van de draad uitste-
ken achter het oog van de naald.
10.8. Programmaselectie
Bij deze naaimachine kunt u kiezen uit verschillende gebruiks-
en siersteken. Met de toetsen voor programmakeuze (38) kunt
u eenvoudig het gewenste steekpatroon instellen.
Controleer voordat u van steek verandert altijd of de naald
in de bovenste stand staat.
Stel met de toetsen „
Als u de toetsen voor programmaselectie (38) ca. 5 secon-
den ingedrukt houdt, lopen de programanummers in stap-
pen van tien op. Bij het bereiken van het gewenste pro-
grammabereik laat u de toetsen eenvoudig los.
Een overzicht van alle steeksoorten vindt u op het bedie-
ningspaneel van de naaimachine of in het hoofdstuk "10. De
programmakeuze" op pagina 150 .
" en „
" de gewenste steek in.