Onderhouden remmen
De remmen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
De remmen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik
van het voertuig. Zoals alle veiligheidsvoorzieningen moeten
de remmen regelmatig grondig worden gecontroleerd om de
beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat het
voertuig veilig kan worden gebruikt. De volgende controles
moeten om de 100 bedrijfsuren worden uitgevoerd.
•
De remschoenen op slijtage of beschadigingen
controleren. Als de dikte van de remvoering (remblok)
minder dan 1,6 mm is, moeten de remschoenen worden
vervangen.
•
De ankerplaat en andere onderdelen controleren op
tekenen van overmatige slijtage of vervorming. Als
een onderdeel is vervormd, moet dit door een geschikt
onderdeel worden vervangen.
•
Controleer het remvloeistofpeil; zie Remvloeistofpeil
controleren.
Remvloeistofpeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 1000 bedrijfsuren
Het reservoir voor de remvloeistof is in de fabriek gevuld
met DOT 3 remvloeistof. U moet echter het peil controleren
voordat u de motor voor de eerste keer start en daarna om
de 8 bedrijfsuren of dagelijks.
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel
de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op
Off en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de rubberen plu in het midden en op de
bovenkant van het dashboard om toegang te krijgen tot
de hoofdremcilinder en het reservoir.
3. Kijk aan de zijkant van het reservoir. Het peil moet
hoger staan dan de Minimum-streep (Figuur 38). Als
het vloeistofpeil te laag is, moet u de omgeving van
de dop reinigen, de dop verwijderen en het reservoir
vullen tot boven de Minimum-streep. Niet te vol vullen.
1. Reservoir voor
remvloeistof
Parkeerrem afstellen
Controleer de afstelling van de parkeerrem om de
200 bedrijfsuren.
1. Verwijder de rubberen kap van de parkeerrem.
2. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd
aan de parkeerremhendel (Figuur 39).
1. Parkeerremhendel
2. Knop
3. Draai aan de knop totdat een kracht van 133–156 N
nodig is om de hendel te bedienen.
4. Draai de stelschroef vast en plaats de rubberen kap.
35
Figuur 38
2. Minimum-streep
Figuur 39
3. Stelschroef