3. Verwijder de 6 flensbouten waarmee de kap van de
koppeling bevestigd is. Bewaar de kap, het afstandsstuk
en de veer (Figuur 34).
1 2
G017170
Figuur 34
1. Koppelingsas
2. Veer
3. Afstandsstuk
4. Verwijder ophopingen van vuil en modder met water,
en droog meteen met perslucht om overtollig water
en vuil weg te blazen.
5. Verwijder resterend vuil met een sneldrogende
contactreiniger of remreiniger.
Opmerking: Verwijder vuil in en rond bewegende
onderdelen.
6. Als er een ophoping van vuil is rond de riem of langs
de koppelingsas, gebruik dan een schuursponsje of een
soortgelijk product om de ophoping te verwijderen.
7. Breng de veer, de kap van de koppeling en de
flensbouten aan. Draai de bouten vast met een torsie
van 12-13,5 Nm.
Transaxle-olie verversen
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren
Ververs de transaxle-olie om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel
de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op
Off en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de aftapplug uit de rechterkant van het
reservoir (Figuur 35) en laat de vloeistof in een
opvangbak lopen. Plaats de aftapplug terug wanneer er
geen vloeistof meer naar buiten stroomt, en zet deze
goed vast.
Opmerking: Geef de oude olie af bij een erkend
inzamelcentrum.
3
4
5
4. Kap van koppeling
5. Flensbout
1. Aftapplug
3. Vul het reservoir (Figuur 36) met ongeveer 1,4 liter
SAE 10W30-motorolie of totdat het oliepeil de
onderkant van de opening van de niveau-aanwijzer
bereikt (Figuur 35).
1. Vulbuis
4. Start de motor en laat deze draaien zodat de olie zich
verspreidt door het hele systeem. Controleer nogmaals
het oliepeil en vul indien nodig olie bij.
33
Figuur 35
2. Opening van
niveau-aanwijzer
Figuur 36