Algemeen overzicht
van de machine
7
1. Band van motorkap
2. Parkeerrem
Bedieningsorganen
1. Rempedaal
2. Parkeerrem, middelste
bedieningspaneel
3. Stuurwiel
4. Bekerhouder
1
3. Laadbak
4. Ontsluithendel van laadbak
Figuur 5
5. Handgreep voor passagier
6. Koker voor
Gebruikershandleiding
7. Gaspedaal
2
5
6
G014967
Figuur 4
5. Brandstoftankdop
6. Schakelhendel
Gaspedaal
Het gaspedaal (Figuur 5) biedt de bestuurder de mogelijkheid
de rijsnelheid van het voertuig te regelen. Als u het pedaal
intrapt, verhoogt u de rijsnelheid. Als u het pedaal laat
opkomen, vermindert de snelheid van het voertuig. De
maximumsnelheid vooruit is 26 km per uur.
Rempedaal
Met het rempedaal kunt u het voertuig tot stilstand brengen
of de snelheid verminderen (Figuur 5).
VOORZICHTIG
Versleten of verkeerd afgestelde remmen kunnen
lichamelijk letsel veroorzaken.
Als de vrije slag van de rempedalen tot de vloer van
het voertuig minder dan 25 mm bedraagt, moeten
de remmen worden afgesteld of gerepareerd.
Parkeerrem
De parkeerrem bevindt zich tussen de stoelen (Figuur 5).
Steeds als de motor wordt afgezet, moet u de parkeerrem
in werking stellen om te voorkomen dat het voertuig per
ongeluk in beweging komt. Om de parkeerrem in werking
te stellen, moet u de hendel naar achteren trekken. Om de
parkeerrem vrij te zetten, moet u de hendel naar voren duwen.
12
3
4
7. Sleeplip