9 NOODBEDIENING
In geval van een onderbreking in de stroomtoevoer naar de rolstoellift (onvoldoende batterijlading, beschadigde zekering,
beschadigde elektrische bedieningen ...) kunnen de verschillende functies van de lift handmatig uitgevoerd worden, zoals
hieronder beschreven.
Nalatigheid of onwetendheid tijdens de noodbediening kan de operator en derden blootstellen aan een groot risico op ernstig
lichamelijk letsel of de dood.
Daarom is de noodbediening van de rolstoellift beperkt tot bekwame operators die de juiste opleiding gekregen hebben en de
volledige inhoud van deze handleiding kennen en begrijpen.
Zorg er voordat u de noodbedieningen van de lift gebruikt ALTIJD voor dat u alle toepasselijke instructies opvolgt.
Ga in geval van twijfel NIET VERDER, maar neem contact op met de nationale DHOLLANDIA-verdeler voor verdere hulp en
instructies. Zie contactinformatie op pagina 3.
Om onverwachte bewegingen te vermijden, moet de stroomtoevoer naar de lift uitgeschakeld worden voordat men de
noodbediening activeert.
Sta altijd buiten de zone van het platform.
Houd uw hoofd, handen en voeten weg van punten waar er knelgevaar bestaat en van bewegende delen.
Noodbediening – Het platform uitvouwen
In de normale modus zijn het liftframe en het platform binnenin
de
cassette
vergrendeld
cassettevergrendeling.
Lokaliseer de noodontgrendelingsknop aan de zijkant van de
hydraulische groep. Draai de schakelaar om de elektromotor in
de inactieve modus te zetten.
Lokaliseer de noodcassettevergrendeling aan de zijkant van de
cassette. Trek zachtjes aan de hendel en laat hem vervolgens
los om de automatische cassettevergrendeling te deactiveren.
DHOLLANDIA
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
met
een
automatische
35