11.
Als de rand van het papier niet recht en schoon is, kunt u deze afsnijden met de daarvoor bestemde knop
(er is een knop voor elke rol in de lade).
Als u op de knop drukt, wordt het papier doorgevoerd; Als u de knop laat, wordt het papier afgesneden.
Vergeet niet om de afgesneden reep papier te verwijderen.
12.
Sluit de lade wanneer u klaar bent met het laden van de rollen.
13.
Selecteer de papiersoort op het voorpaneel. Het voorpaneel onthoudt de laatste papiersoort die geladen is
in deze-positie voor het geval dat helpt.
14.
Tik wanneer u klaar bent, op Voltooien en controleren. De printer controleert de positie, breedte en lengte
van het geladen papier. De breedte en lengte worden weergegeven op het hoofdscherm.
OPMERKING:
Voltooien en controleren automatisch uit.
46
Hoofdstuk 2 Papiertoevoer
Als u geen papiersoort selecteert, wacht het voorpaneel enige tijd en voert vervolgens
NLWW