3.
Als er geen sprake is van een schuinte of scheeftrekken maar het probleem aanhoudt, reinig en kalibreer de
scanner dan zoals beschreven in
tijdens de kalibratie (de printer mag niet afdrukken tijdens het kalibreren van de scanner), en controleer of
het onderhoudsvel goed is geplaatst voordat de kalibratie wordt gestart. Controleer tevens of het
onderhoudsvel niet is beschadigd voordat u de scanner kalibreert (een oud of beschadigd onderhoudsvel
kan dit probleem veroorzaken); als het beschadigd is, kunt u contact opnemen met uw
ondersteuningsvertegenwoordiger en een nieuw onderhoudsvel aanvragen.
4.
Als het probleem aanhoudt, gaat u verder met het analyseren van de volgende gebieden van de
diagnostische plot:
a.
4 (van module A tot E).
b.
10, op het kruispunt tussen modules.
c.
13 in modules A en E, en 14 in modules B, C en D.
Als u een van deze gebreken aantreft in de bestudeerde gebieden, neem dan contact op met uw
ondersteuningsvertegenwoordiger en meld een 'line discontinuities-fout' (onderbroken lijnen) na de
kalibratie.
De vier verticale dunne zwarte lijnen aan het begin en einde van de diagnostische plot tonen, ongeveer, de positie
van het kruispunt tussen CIS-modules, waar een dergelijke fout gewoonlijk optreedt. Als de fout buiten deze
gebieden optreedt, neem dan contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger en meld de regel
'onderbroken lijnen binnen een CIS-module'.
Kleine kleurverschillen tussen aangrenzende CIS-modules
Bij het scannen van brede plots zijn soms kleine kleurverschillen zichtbaar aan beide kanten van een kruispunt
tussen twee CIS-modules. Dit probleem kan, indien aanwezig, eenvoudig worden gezien door het analyseren van
de patronen 9 van de diagnostische plot op het kruispunt tussen CIS-modules. Hier zijn enkele voorbeelden. Let
op de zwarte pijl die de scanrichting aangeeft in deze voorbeelden aangeeft.
128 Hoofdstuk 7 Scannen en kopiëren (alleen MFP)
Onderhoud op pagina
160. Zorg ervoor dat u de printer niet verplaatst
NLWW