7.
Plaats de printcartridge op één lijn met de sleuf
en schuif de cartridge in het product totdat u een
klik hoort.
OPMERKING:
de printcartridges moeten met
een lichte hoek worden geïnstalleerd.
8.
Sluit de voorklep.
De tonerafvaleenheid vervangen
Vervang de tonerafvaleenheid wanneer daarvoor een bericht op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
OPMERKING:
te legen en opnieuw te gebruiken. Doet u dit toch, dan kan toner worden gemorst in het apparaat, wat een
verminderde afdrukkwaliteit tot gevolg kan hebben. Stuur de tonerafvaleenheid na gebruik terug naar het HP
Planet Partners-programma voor hergebruik.
1.
Open de achterklep.
94
Hoofdstuk 6 Beheer en onderhoud
De tonerafvaleenheid is ontworpen voor eenmalig gebruik. Probeer niet de tonerafvaleenheid
NLWW