Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening; Apparaat Voorbereiden; Objectlokalisering; Werken Met Het Apparaat - Hilti PS 30 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

6 Bediening

6.1 Apparaat voorbereiden

ATTENTIE
Houd bij het boren in een de buurt van gedetecteerde
objecten voldoende veiligheidsafstand aan.
1.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt of het
apparaat vrij staat, geen contact met een onder-
grond of metalen voorwerpen maakt.
2.
Schakel het apparaat in door de aan/uit-toets in te
drukken.
nl
Alle symbolen verschijnen binnen 1 seconde op het
display.
Na een korte zelftest start het apparaat de automa-
tische kalibratie. Zodra deze afgerond is, branden
de status-LED's groen.
Houd het apparaat tijdens de kalibratie in de lucht
en minstens 30 cm (12 in) verwijderd van metalen
voorwerpen of weg van de te controleren onder-
grond.

6.2 Werken met het apparaat

Zorg dat het apparaat volledig in contact staat met de
ondergrond die u wilt onderzoeken.
Gebruik het apparaat alleen op vlakke ondergronden.
Plaats het apparaat langzaam en voorzichtig op de te
onderzoeken ondergrond.
Werk met het apparaat met een maximumsnelheid van
20 cm/s (9 in/s).
6.2.1 Veegmethode
60
Het apparaat moet met de veegmethode worden gebruikt
(grote horizontale en verticale heen-en-weer gaande be-
wegingen over het object), om de beste resultaten te
verkrijgen. De afbeeldingenreeks toont de veegmethode.

6.3 Objectlokalisering

1.
Schakel het apparaat in en houd het in de lucht en
minstens 30 cm (12 in) verwijderd van metalen voor-
werpen of weg van de te controleren ondergrond.
2.
Plaats het apparaat langzaam en voorzichtig op de
te onderzoeken ondergrond en maak een zijwaartse
beweging.
Nadert het apparaat een ferrometaal (wapenings-
staaf), dan knippert het ijzersymbool, branden de
status-LED's rood en stijgt de amplitude van de
signaalsterktebalk en bereikt zijn maximum wan-
neer het apparaat over het centrum van het object
ligt. Wordt het apparaat verder bewogen en wordt
het ijzer gepasseerd, dan branden de status-LED's
groen en daalt de weergegeven amplitude in de sig-
naalsterktebalk. Voor de nauwkeurige lokalisering
van het object beweegt u het apparaat in de te-
gengestelde richting, tot de status-LED's weer rood
branden en de signaalsterktebalk weer de maxi-
male stand bereikt. Neem dan de klaargelegde stift
en markeer de positie van het ferrometaal door de
markeeropening. Als de luidspreker is geactiveerd,
klinkt een continue toon, zolang het apparaat zich
boven het ferrometaal bevindt.
Nadert het apparaat non-ferrometaal (koper, alumi-
nium), dan knippert het non-ferrosymbool, branden
de status-LED's rood en stijgt de amplitude van
de signaalsterktebalk en bereikt zijn maximum wan-
neer het apparaat over het centrum van het object
ligt. Wordt het apparaat verder bewogen en wordt
het non-ferrometaal gepasseerd, dan branden de
status-LED's groen en daalt de weergegeven ampli-
tude in de signaalsterktebalk. Voor de nauwkeurige
lokalisering van het object beweegt u het apparaat
in de tegengestelde richting, tot de status-LED's
weer rood branden en de signaalsterktebalk weer de
maximale stand bereikt. Neem dan de klaargelegde
stift en markeer de positie van het non-ferrometaal
door de markeeropening. Als de luidspreker is ge-
activeerd, klinkt een continue toon, zolang het ap-
paraat zich boven het non-ferrometaal bevindt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave