Controlelijst
Netwerknaam (SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt.
Dit wordt ook wel de "naam van het toegangspunt" of de
"netwerknaam" genoemd.
Netwerkverificatie/gegevenscodering
(coderingsmethode/coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens
draadloze verzending.
Wachtwoord (coderingssleutel/netwerksleutel)
De sleutel om gegevens te coderen tijdens draadloze
verzending. Ook wel de "coderingssleutel" of
"netwerksleutel" genoemd.
Sleutelindex (verzendsleutel)
De ingestelde sleutel wanneer WEP wordt gebruikt voor
netwerkverificatie/gegevenscodering.
Verbindingsmethoden verschillen afhankelijk van of het toegangspunt
al dan niet WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Raadpleeg de
gebruikshandleiding die bij uw toegangspunt is geleverd om te zien of WPS
wordt ondersteund.
•
Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
draadloze functie bevat, wordt een "Wi-Fi-router" genoemd.
•
In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
"toegangspunten" genoemd.
•
Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het toegangspunt
als u MAC-adressen filtert in uw Wi-Fi-netwerk. U kunt het MAC-adres
van uw camera controleren door achtereenvolgens het tabblad [3],
[Instellingen Wi-Fi] en [MAC-adres controleren] te kiezen.
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten
Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten via
Wi-Fi verbindt. U kunt ofwel de Push Button configuratiemethode gebruiken
○ Geen
of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt.
○ W EP (open
systeemverificatie)
○ WPA-PSK (TKIP)
○ WPA-PSK (AES)
○ WPA2-PSK (TKIP)
○ WPA2-PSK (AES)
○ 1
1
Controleer of het doelapparaat
verbonden is met het toegangspunt.
z
z
Deze stap is niet nodig wanneer u
verbinding maakt met webservices.
z
z
Raadpleeg de gebruikshandleidingen van
het toegangspunt en het apparaat voor
instructies om de verbinding te controleren.
2
Open het Wi-Fi-menu (=
3
Kies het doelapparaat.
z
z
Kies het doelapparaat (druk op de knoppen
<o><p><q><r> of draai aan de knop
<7>) en druk daarna op de knop <m>.
z
z
Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [ ].
z
z
Om verbinding te maken met een
computer kiest u [
].
z
z
Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
z
z
Om verbinding te maken met een
webservice kiest u het servicepictogram.
Als meerdere ontvangers voor opties om te
delen worden gebruikt met een webservice,
kiest u het gewenste item op het scherm
[Ontvanger selecteren] (druk op de knoppen
<o><p> of draai aan de knop <7>) en
vervolgens drukt u op de knop <m> .
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
1
33).
5
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu
Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
135