•
Wanneer u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan
een computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst.
Daarnaast moet de geheugenkaart beelden bevatten als u toegang wilt krijgen tot
webservices of draadloos verbinding wilt maken met een smartphone of printer.
•
Als u de bijnaam van de camera wilt wijzigen, kiest u [Instellingen Wi-Fi] op het
tabblad [3] en kiest u daarna [Bijnaam apparaat veranderen].
•
Namen die beginnen met een spatie kunnen bij stap 2 niet worden ingevoerd.
Als u dit wel probeert en op de knop <n> op het toetsenbordscherm
drukt, wordt er een bericht getoond. Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer een nieuwe naam in.
Na de eerste Wi-Fi-verbinding
•
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via Wi-Fi worden
recente doelen het eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent
door op de knop <
> te drukken. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding
maken door op de knoppen <o><p> te drukken om de apparaatnaam
te kiezen en vervolgens op de knop <m> te drukken.
•
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor
apparaatselectie door op de knoppen <q><r> te drukken en vervolgens
de instelling te configureren.
•
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, drukt u op de knop
<n> en kiest u op het tabblad [3] de opties [Instellingen Wi-Fi] ►
[Doelhistorie] ► [Uit].
Verbinding maken via een toegangspunt
Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen
Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de
Wi-Fi-normen op "Specificaties" (=
Als u reeds gebruikmaakt van Wi-Fi, bevestigt u de volgende items.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor instructies voor het
controleren van de netwerkinstellingen.
•
Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
•
Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging.
Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
203).
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu
Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
134