Pagina 2
Spanningen afschakelen voor openen van de PFV-94xx! De PFV-94xx bevat intern blanke spanningsvoerende delen! Openen alleen toegestaan door geautoriseerde personen! WAARSCHUWING Hoewel tijdens ontwerp en fabricage de grootst mogelijke zorg is besteed aan de kwaliteit van deze apparatuur, is een technische storing nimmer uit te sluiten. De gebruiker dient te zorgen voor een adequate alarminstallatie en/of noodvoorziening, zodat in geval van een technisch falen van apparatuur en bijbehorende installatie, geen gevaar ontstaat voor mens, dier of goederen.
INLEIDING VOERWEEGSYSTEEM In combinatie met de voerweger (PFB-35/70) vormt de PFV-94xx voercomputer een uiterst nauwkeurig werkend voerweegsysteem. Maximaal 16 silovijzels kunnen worden aangestuurd, hierdoor is het mogelijk om meerdere grondstoffen te mengen en te doseren voor verschillende diergroepen. Afhankelijk van de opstelling en het type vijzel, zijn voor de voerweger verschillende onderstellen en opvangbakken met diverse vijzelaansluitingen leverbaar.
SCHERMEN Titelbalk Scroll-scherm Schermnummer Grafiek (functietoets F3) Met behulp van de toets Tijd & Datum kunt u de volgende groep of ventiel kiezen. Met behulp van de toets kunt u de vorige groep of ventiel kiezen. Bij iedere toetsindruk wordt gedurende enkele minuten het scherm verlicht. In een donkere stal zijn de instellingen en metingen dus ook goed zichtbaar.
CIJFERTOETSEN (0..9) Met de cijfertoetsen kan een schermnummer worden geselecteerd of een instelling of tekst worden abc2äàâç gewijzigd. def3éèêë Tekstinvoer .,1'-:+ Jkl5 Met behulp van de cijfertoetsen 2..9, kan de naam van een regelgroep (links, rechts, voor, achter etc.), mno6öô ghi4îï...
ALARMTOETS Snelkeuzetoets voor alarmscherm. U kunt in dit scherm het hoofdalarm aan- of uitzetten. Als het hoofdalarm is uitgeschakeld knippert het lampje in een regelmatig patroon. Er wordt geen alarm meer uitgegeven. Het lampje in de alarmtoets licht op indien zich bij een van de regelingen een alarmsituatie voordoet.
HOOFDMENU TOEGANGSCODE U kunt een toegangscode bijvoorbeeld gebruiken om uw computer tegen ongewenste toegang te beschermen. Als u wilt voorkomen dat niet- geautoriseerde personen instellingen op uw voercomputer kunnen wijzigen, kunt u een toegangscode laten instellen. Een toegangscode bestaat uit een combinatie van 4 cijfers. U kunt maximaal 2 toegangscodes laten instellen door uw installateur.
VOERSYSTEEM FN-485 VENTIEL 1 VENTIEL 2 = Voerdosering (berekende dosering) = Leegdraaien hopper onder weegbunker. = Afstand tot ventiel 1 = Inhoud hopper (max. dosering ventiel 1) = Afstand tot ventiel 2 = Inhoud hopper (max. dosering ventiel 2) = Afstand tussen voer ventiel x en voer ventiel y (installateur instelling) Voersysteem DIERGROEPEN/VENTIELEN Heeft u geen diergroepen dan staat op de plaats van de diergroep de naam van het ventiel vermeld.
Pagina 11
Met management en Met management zonder curven Zonder management en met curven of als de curve uit staat zonder curven Diergroep x: Op deze regel kan een diergroep aan of uit gezet worden, bijvoorbeeld als een stal (diergroep) tijdelijk buiten bedrijf is, dan kunt u de diergroep uitzetten hierdoor wordt de voer cyclus niet “onnodig”...
Pagina 12
VENTIELEN Met management en Met management zonder curven Zonder management en met curven of als de curve uit staat zonder curven Ventiel: Op deze regel kunt u het ventiel aan of uit schakelen. De naam van het ventiel kan door uw installateur gewijzigd worden. Op deze regel kunt u tevens het ventiel aan of uit schakelen.
Pagina 13
2 Sensors Maximumsensor: Indien bij het ventiel een maximumsensor gemonteerd is, dan wordt op deze regel weergegeven of de maximumsensor wel of geen voer detecteert. Indien de maximumsensor voer detecteert stop de dosering en wordt de huidige voerperiode (voor het weergegeven ventiel) afgebroken. Vraag sensor: De status van de voersensor wordt op deze regel getoond.
Pagina 14
Handbediening Ga op de link achter het handje staan en druk op de bevestigingstoets, ● ● Het scherm “Handmatige voerbeurt” verschijnt. Vul in dit scherm de hoeveelheid voer in (per dier of totaal) die u handmatig wilt voeren. Stelt u een hoeveelheid in die groter is dan de maximale inhoud van de opvangbak onder het ventiel, dan wordt u ingaven gecorrigeerd naar de maximale inhoud van de opvangbak.
Pagina 15
BEURTVERDELING Per voerbeurt wordt de opvangbak maximaal 1x gevuld Voor uitleg “Berekende dosering” zie: “Ventielen” pagina 12. Per. Nummer voerperiode Begin Start tijdstip voerperiode, zie: “Vulmethode” pagina 16 Deel Percentage van de berekende dagdosering, zie uitleg “Automatische beurtverdeling”. Gereed Tijdstip waarop berekende periode dosering gehaald is. Gevoerde hoeveelheid in gram per dier, verschijnt alleen als management aan staat.
VULMETHODE :KLOK Met behulp van de “vul klok” stelt u in vanaf welk tijdstip er gevoerd mag worden. De ventielen zelf bepalen wat en hoeveel er gevoerd mag worden. Per periode worden alle ventielen 1x geselecteerd. Een ventiel wordt overgeslagen indien: •...
Pagina 17
Actieve periode: Op deze regel wordt de actieve vul klok periode weergegeven. Actief ventiel: Achter deze tekst staat het actieve ventiel vermeld. Gr xx: Achter “Gr” wordt de diergroep weergegeven waarvan het ventiel deel uit maakt. Verschijnt alleen indien u meerdere diergroepen heeft. Voorraad aanmaken Voorraad aanmaken kan alléén indien uw installateur de “Vulmethode”...
Pagina 18
VULMETHODE: PULS De voerbeurt start op een “externe” puls, dit kan een externe klok of installatie zijn. Omdat de voerbeurt extern gestart worden kunt u geen starttijdstippen bij de vul klok invullen. Vulmethode “uit” Vulmethode “aan” geen afbreken herstart wissen U dient er op te letten dat de volgende vulperiode niet start voordat alle ventielen aan de beurt zijn geweest,...
Pagina 19
VULMETHODE: VRAAG Zodra de voersensor “geen voer ziet” geeft de sensor de vraag door aan de PFV- 94xx voercomputer. De opvangbak onder het actieve ventiel wordt dan gevuld met de door uw installateur ingestelde maximum inhoud. Daarna is het volgende ventiel met vraag aan de beurt.
WEEKPROGRAMMA 7 dagen Met behulp van het “Weekprogramma” kunt u instellen dat niet elke dag gevoerd moet worden maar bijv. 6 dagen wel en 1 dag niet. Het weekprogramma van de overige diergroepen kunt u op overeenkomstige wijze wijzigen resp. opvragen. VOERSAMENSTELLING Indien de samenstellingscurve van de diergroep actief is kunt u per diergroep de samenstelling opvragen resp.
Pagina 21
Voor het geleidelijk automatisch laten wijzigen van de dosering, voersamenstelling, diergewicht etc. zijn 6 verschillende curven aanwezig. Een curve kan maximaal uit 15 knikpunten bestaan. Afhankelijk van het actuele dagnummer wordt de actuele instelling uit de curve bepaald. Aan de hand van deze berekende instelling regelt de voercomputer de voerafgifte (mits de curven aan staan) Let op! •...
VOERSAMENSTELLING De samenstelling kunt u, afhankelijk van de leeftijd van de dieren, laten variëren. Let op! U stelt hier een mengverhouding in en geen percentages van de ● totale dosering. Wanneer u het aantal componenten wijzigt in scherm 32 ● (Componentnaam), dan wijzigt ook de samenstelling (mengverhouding) van het voer.
Pagina 23
OVERZICHT VENTIELEN De overzichten van de overige ventielen kunt u op overeenkomstige wijze opvragen. Wanneer u geen diergroepen heeft verschijnen onderstaande schermen op uw display. Wis overzicht Alle in het geheugen opgeslagen gevoerde hoeveelheden van de geselecteerde stal (inclusief de gevoerde hoeveelheid van vandaag en de opgeslagen voertijden) worden gewist.
DIERGEGEVENS M.b.v. de toetsen kunt u de volgende/vorige diergroep selecteren. MUTEREN Uitval Geef hier het aantal dieren in dat “uitgevallen” is. De uitval van “Vandaag” wordt automatisch met de ingegeven waarde verlaagd, daarna wordt de ingaven gewist. Ingeval van een foutieve ingaven kan men door een positieve ingaven de foutieve ingaven herstellen.
ALARM VOERSYSTEEM Voerweger = PFB-35/70 ALARM VOERWEGER In dit scherm kunt u het alarm van de voerweger aan- of uitschakelen. Indien u het alarm uitzet wordt het alarm niet meer doorgegeven aan het hoofdalarm en valt het alarm-relais niet af als er een storing bij de voerweger optreed.
Pagina 26
VULMETHODE Staat de vulmethode op klok en werken de ventielen op basis van vraag dan kunt u in dit scherm instellen dat voordat een nieuwe voerperiode start eerst alle statussen van de ventielen worden gecontroleerd. Is een ventiel niet vrij dan treed een “Ventiel niet vrij” alarm op.
AANVOERSNELHEIDSALARM In dit scherm kunt u de minimum gemiddelde aanvoersnelheid instellen, is gedurende 60 seconden de gemiddelde aanvoersnelheid lager dan de ingestelde snelheid dan wordt het alarm “” uitgegeven. De instellingen en metingen van silo 7 t/m silo 16 kunnen op overeenkomstige wijze worden ingesteld resp.
STATUS VOERSYSTEEM Nummer actief ventiel. OVERZICHT VOERSYSTEEM Actief voersysteem Niet actief voersysteem De naam van het ventiel kan afwijken van het nummer (bijv. “Ventiel 1” is gewijzigd in “Leghennen” het ventiel herkenningsnummer blijft echter 1). Actief ventiel: Hier kunt u zien welk ventiel momenteel actief is (naast de naam wordt ook het nummer van het actieve ventiel weergegeven) en, indien u met diergroepen werkt, tot welke diergroep het ventiel behoord.
SILO’S SILO-INHOUD Per silo wordt weergegeven welke component de silo bevat en de actuele silo inhoud (voorraad of tekort). Daarnaast kunt u per silo de gebulkte hoeveelheid ingeven, de gebulkte hoeveelheid wordt daarna direct bij de inhoud opgeteld waarna gebulkt automatisch op 0 wordt gezet. Bij 9 of meer silo’s verschijnt in de titelbalk het symbool .
ALTERNATIEVE COMPONENTEN Indien u voor een component een alternatieve component heeft ingesteld en er is gedurende 30 seconden een aanvoeralarm van de betreffende component dan schakelt de computer automatisch over naar de alternatieve component. In het scherm “Status voersamenstelling” worden alleen de componenten weergegeven die deel uit maken van de actuele voersamenstelling.
STATUS SILO Naast de momentele status van de silo wordt ook de hoeveelheid voer, die er vandaag uit de silo gevoerd is, weergegeven. De weergegeven status kunt u wijzigen (bijv. van “vrij”, “leeg” of “geblokkeerd” of andersom). Het kan enkele tientallen seconden duren voordat de status wordt overgestuurd naar de PFB-35/70.
STATUS VOERWEGER In dit scherm wordt de status van de PFB-35/70 voerweger weergegeven. Tevens kunt u in dit scherm het alarm van de PFB-35/70 voerweger aan-/uitzetten (met uitzondering van het communicatie alarm, dit kunt u uiteraard niet uitzetten). Zie onderstaande tabel Zie ook alarmcodes pagina 36 Actief ventiel Actuele silonummer (0 = Foutieve zoekvolgorde)
SCHAKELKLOKKEN Bij een schakelklok kunt u maximaal 24 perioden instellen. Alle tijdstippen moeten opeenvolgend zijn. Het tijdsverschil tussen twee tijdstippen moet minimaal 1 minuut bedragen. De tijdstippen van schakelklok 2 t/m 12 kunt u op overeenkomstige wijze instellen resp. de gegevens van opvragen. OVERZICHT SCHAKELKLOKKEN Er verschijnt een grafisch overzicht van de schakelklokken op het scherm.
SYSTEEM In dit scherm staat naast het apparaat type de software programmaversie programmadatum vermeld. Taal: Hier stelt u de taal van scherm teksten in. Voor deze handleiding stelt u de taal in op NLD (Nederlands) U kunt de taal ook wijzigen door functietoets F1 ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de linker of rechter cursortoets te drukken.
ALARM U kunt in dit scherm het hoofdalarm aan- of uitzetten. Als het hoofdalarm is uitgeschakeld knippert het lampje in een regelmatig patroon. Er wordt geen alarm meer uitgegeven. Het lampje in de alarmtoets licht op indien zich bij een van de regelingen een alarmsituatie voordoet. Test (test alarm): Hiermee kunt u de werking van het alarmrelais (sirene) testen.
ALARMCODES ALARMCODES INSTALLATIE Alarm code Omschrijving Module niet geïnstalleerd Het ingestelde module nummer bij de klem bestaat niet. Module reageert niet Module adres niet gevonden, controleer instellingen op module Module reset alarm Module blijft resetten t.g.v. een storing, controleer module Geen communicatieadres Apparaat adres voercomputer en/of voerweger ontbreekt.
Pagina 37
ALARMCODES INSTALLATIE (VERVOLG) Alarm code Omschrijving Een centrale regelingen die op de PFV-94xx geïnstalleerd is heeft geen data ontvangen van de externe regelaar voor de aansturing van de centrale regeling (bijv. een foutief ingestelde voerweger of een foutief centrale regelingsnummer, communicatielus verbroken etc.).
Pagina 38
ALARMCODES VOERSYSTEEM (VERVOLG) Alarm code Omschrijving De aanvoersnelheid is gedurende de laatste 60 seconden onder de ingestelde Aanvoersnelheid minimum aanvoersnelheid gebleven. De status van de silo wordt op “geblokkeerd” gezet. De teller “totaal voer” overschrijdt, binnen het ingestelde tijdsbestek, het Maximum aanvoeralarm opgegeven maximum, zie: “Alarm voersysteem”...
Pagina 39
ALARMCODES PFB-35/70 VOERWEGER Alarm code Omschrijving Tarra: meting te hoog Meetwaarde na tarreren te hoog. Het gemeten gewicht is instabiel bijv. t.g.v. het 'schommelen' van de Tarra: meting onstabiel weegbunker. Omgevingstrillingen beïnvloeden het meetresultaat. Tarra: meting te laag Meetwaarde na tarreren te laag. De externe dosator (van het voersupplement) geeft aan dat er een fout is Supplement leeg opgetreden bij de dosator.