3.3 Functietoetsen programmeren
Menunummerreeks:
De bovenstaande vijf functietoetsen kunt u als volgt koppelen aan schermen uit de overeenkomstige
menukeuzereeks:
Selecteer het menuscherm dat u aan de bijbehorende functietoets wilt koppelen.
1.
Houd de F1-toets ingedrukt en druk op de
2.
Wanneer u op de geprogrammeerde functietoets drukt, verschijnt het daaraan gekoppelde scherm.
3.
Geprogrammeerde functietoets wissen
Houd F1 ingedrukt en druk op de te wissen functietoets. In bovenstaand voorbeeld:
en op
drukken.
Knikpunt of periode invoegen/verwijderen
1.
Druk op
(wijzigmodus).
2.
Houd functietoets
om een knikpunt/periode in te voegen (mits perioden/knikpunten niet maximaal is)
om een knikpunt/periode te verwijderen (mits er dan één periode/knikpunt aanwezig is)
3.
Het aantal knikpunten/periodes wordt automatisch aangepast.
3.4 Alarmtoets
Snelkeuzetoets voor alarmscherm. De alarm-LED licht op wanneer bij een van de regelingen een
alarmsituatie optreedt.
uit
Tijdelijk uitschakelen van het alarm (sirene). Dit geldt niet voor de hardware-alarmen. Het
hoofdalarm wordt 30 minuten uitgeschakeld; de alarm-LED knippert onregelmatig. Na 30 minuten
schakelt het hoofdalarm automatisch weer in. Als de alarmoorzaak niet opgeheven is, dan valt het
alarmrelais opnieuw af (alarm). Nee = alarmuitsteltijd wissen.
KFV-6400-G-NL01543
1..
5..
-toets. De functietoets is nu geprogrammeerd.
We gaan menuscherm 411 Schakelklok 1 (4xx menureeks)
onder de bijbehorende functietoets
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Druk achtereenvolgens op de toetsen:
3. Houd F1 ingedrukt en druk op de
4. Druk op
ingedrukt en druk op:
In dit scherm kunt u het hoofdalarm aan en uit zetten. Is het hoofdalarm
uitgeschakeld, dan knippert de alarm-LED regelmatig. Er worden geen
alarmen meer uitgegeven. Uitzondering hierop zijn de hardware-alarmen,
deze kunt u niet uitschakelen.
Test Hier kunt u de werking van het alarmrelais (sirene) testen.
ja = alarmrelais (sirene) 10 seconden inschakelen.
nee = alarmtesttijd wissen.
en scherm 411 verschijnt op het display.
3. Bediening
4..
2..
3..
programmeren.
-toets.
ingedrukt houden
5