Per voerperiode wordt de opvangbak maximaal 1x gevuld. Uw installateur heeft de maximum inhoud
van de opvangbak bij de installatiecodes van het weergegeven ventielnummer ingesteld.
Doseert u voor het einde van de laatste voerperiode handmatig voer, dan wordt deze hoeveelheid
van de dagdosering afgetrokken.
Vindt de handmatige dosering na het einde van de laatste voerperiode plaats, dan heeft dit geen
invloed op de dagdosering. Deze is al gehaald.
Mocht om de een of andere reden in de voorgaande voerperioden te veel gevoerd zijn (door
curvewijziging of handmatige correctie), dan stopt de dosering en wordt de opvangbak van het
betreffende ventiel niet meer gevuld.
Overzicht
Vandaag + maximaal 2 dagen
Wis overzicht
Alle in het geheugen opgeslagen gevoerde hoeveelheden van het geselecteerde
ventiel (inclusief de gevoerde hoeveelheid van vandaag) worden gewist.
Alarm
De alarmstatus kan worden gewist door het alarm eerst uit te zetten en daarna weer aan te zetten.
Met dosering
Aanvoeralarm
Bij een aanvoeralarm worden de leegdraaitijd - de afstand tot ventiel-tijd en de afstand
tot klaar-tijd 'bevroren'. Pas na opheffen van de fout gaat de droogvoercomputer
verder met het voerproces.
Doseringsalarm
De te voeren hoeveelheid wordt bepaald door het aantal voerperioden en de inhoud
van de opvangbak onder het ventiel. Hebt u bij de vulklok vier periodes ingesteld en is
de inhoud van de opvangbak van het eerste ventiel 25kg, dan wordt die dag maximaal
100kg gedoseerd bij ventiel 1. Heeft ventiel 2 een opvangbak van 15kg, dan wordt die
dag maximaal 60kg gedoseerd bij ventiel 2 enz. Wordt aan het begin van de voercyclus
geconstateerd dat de te voeren hoeveelheid niet binnen het aantal ingestelde
perioden kan worden gehaald, dan wordt bij aanvang van de eerste voerperiode een
dosering te laag-alarm gegenereerd.
KFV-6400-G-NL01543
Bij het wissen van het overzicht worden ook de gegevens van vandaag gewist
Zonder dosering
5. Ventielen
16