Afb.18
Aanbevolen locaties voor de buitensensor
2
1
Z
1/2 Z
1 Aanbevolen locatie
2 Mogelijke locatie
7611877 - v03 - 12012017
Type C rookkanaalsysteem - trekgat-versie
Indien de afvoer van rookgassen en de aanzuiging van de verbrandings
lucht door middel van een concentrische leiding geschiedt, is ventilatie van
de stookruimte niet nodig.
Type B rookkanaalsysteem - schoorsteen-versie
Plaats de luchtinlaten zodanig ten opzichte van de bovenste ventilatieope
ningen dat de lucht in de stookruimte overal wordt ververst.
5.3.4
Het is belangrijk een plaats te kiezen waar de sensor de buitensituatie
goed en efficiënt kan meten.
Plaats de buitensensor op een locatie die aan de volgende kenmerken
voldoet:
2
1
H
1/2 H (min. 2,5 m)
Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende kenmer
ken:
Belangrijk
De leidingen voor de toevoer van lucht, de afvoer van verbran
dingsgassen of het wegstromen van het condenswater niet afslui
ten (ook niet gedeeltelijk) Voorkom sifonvorming in het rookgas
buizenstelsel en de condensaatafvoerleiding om ophoping van
condens te vermijden.
Locatie kiezen voor de buitentemperatuursensor
Voor meer informatie, zie
Montage van de buitentemperatuursensor, pagina 31
Aanbevolen locaties
Op een gevel van de te verwarmen ruimte, indien mogelijk op het noor
den.
Halverwege de muur van de te verwarmen ruimte.
Onder invloed van wisselende weersomstandigheden.
Beschermd tegen direct zonlicht.
Gemakkelijk toegankelijk.
1/2 H (min. 2,5 m)
H
H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor
Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor
Afgeraden locaties
Afgeschermd door een deel van het gebouw (balkon, dak, enz.).
Dicht bij een storende warmtebron (zon, schoorsteen, ventilatierooster,
enz.).
5 Voor de installatie
1
2
MW-8800N001-3
EFU C
25