Installatie
Afb. 10 Binneneenheid en cv-installatie
1. Voedingsspanning van binneneenheid en buiteneenheid onderbre-
ken.
2. Voor zover niet reeds geopend, de draaischakelaar van het automati-
sche ontluchtingsventiel spantafel VL1 openen, om de automatische
ontluchter te activeren.
3. Op het einde van een slang op VA0, het andere op een afvoer aanslui-
ten. Aftapkraan VA0 openen.
4. Warmwaterkranen openen.
5. Koudwaterventiel VW3 openen en leidingen en boiler met de kraan
VW2 vullen.
6. Doorgaan met het vullen tot uit de slang aan VA0 en de warmwater-
kranen alleen water naar buiten komt.
7. Aftapkraan VA0 en warmwaterkranen sluiten.
8. Als de bedrijfsdruk aan GC1 2 bar bereikt heeft, vulkraan VW2 slui-
ten.
9. Slang van VA0 aftrekken.
10. hoofdstuk 6.1.
Het vullen van het verwarmingssysteem altijd via de aansluiting VA0 uit-
voeren, om restlucht in de tower-binneneenheid te vermijden.
14
Vullen van de cv-installatie met een hogere druk dan de doeldruk, zodat
bij oplopende temperatuur in het warmtesysteem en ontsnappende
lucht nog voldoende druk aanwezig is.
5.7
Elektrische aansluiting
GEVAAR:
Gevaar voor elektrische schokken!
De componenten van de binneneenheid staan onder spanning.
▶ Koppel de componenten los van de netvoeding voor aanvang van
werkzaamheden aan de elektrische installatie.
OPMERKING:
Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water.
Wanneer de installatie vóór het vullen met water wordt ingeschakeld,
kunnen bestanddelen van de cv-installatie oververhit raken.
▶ Boiler en cv-installatie voor het inschakelen van de cv-installatie vul-
len en de juiste druk tot stand brengen.
Compress 3000 AWMS/SS – 6720891904 (2020/06)