Projectieprocedure
3
Terwijl u het testpatroon bekijkt, verricht u de [Gamma] (P143)-instelling
in het menu [Beeldinstelling] totdat het beeld optimaal wordt
weergegeven.
4
Druk na het instellen op de OK-knop.
Volg een van de onderstaande methoden voor het verkrijgen van een juiste projectie:
• Dim het omgevingslicht.
• Verklein het beeldformaat.
• Verklein de projectieafstand.
De projector uitschakelen
1
Druk op de POWER-knop.
Afstandsbediening
2
Druk in dit scherm nogmaals op de
POWER-knop.
Nadat u de projector uit hebt gezet,
stopt de projectie, knippert de
indicator [STANDBY] rood en begint
de projector af te koelen. Na het
afkoelen schakelt de projector over op
de standbystand. In de standbystand
knippert het [STANDBY]-lampje niet
langer, maar brandt het continu.
• Als u door wilt gaan met de projectie en de projector niet wilt uitschakelen, drukt u op
een andere knop dan de POWER-knop of wacht u totdat het bevestigingsbericht is
verdwenen.
• De projector kan tijdens het afkoelen niet worden ingeschakeld.
• Wanneer u de projector gedurende langere tijd gebruikt, kan de levensduur van de
interne optische onderdelen worden verkort.
• Haal de stekker van de projector uit het stopcontact als u de projector gedurende
langere tijd niet gebruikt. De [Datum en tijd]-instelling wordt teruggesteld. Deze moet u
dus opnieuw instellen.
• Als de energiebesparingsfunctie actief is, gaat de projector mogelijk na een bepaalde
tijd automatisch uit (P173).
Projector
52