Projectieprocedure
Stap 3 Een ingangssignaal selecteren
Selecteer een ingangssignaal in het menu [Ingang] als u wilt schakelen tussen
signalen van aangesloten apparatuur.
Elke keer als u op de INPUT-knop drukt of elke keer als u in het scherm [Ingang] op
de [ ] / [ ]-knoppen drukt, verandert het geselecteerde signaal.
Het ingangssignaal dat op dit moment actief is, is met een groene cirkel en oranje
kader gemarkeerd.
Namen van ingangssignalen die beschikbaar zijn voor projectie, zijn wit. Namen
van signalen die niet beschikbaar zijn, zijn grijs.
Projector
Bij weergave van één beeld
• [Digital PC] en [Analog PC-1] kunnen grijs zijn terwijl ze toch beschikbaar zijn.
• Als u [LAN] als ingangssignaal hebt geselecteerd, kunt u schermen projecteren van
computers die via een netwerk zijn aangesloten op de projector. Raadpleeg voor meer
informatie de gebruiksaanwijzing van NMPJ.
• Als u [USB] als ingangssignaal hebt geselecteerd, kunt u beelden op USB-flashstations
projecteren. Zie "Beelden projecteren vanuit een USB-flashstation" (P57) voor details.
• In de gesplitste weergave is de kant zonder bedieningsrechten herkenbaar aan een
witte cirkel.
• Afhankelijk van de instellingen kunt u ingangssignalen ook selecteren met de INPUT
A-C-knoppen op de afstandsbediening. Zie "[INPUT A-C]-knopinstellingen" (P170) voor
details.
INPUT-knop
Afstandsbediening
INPUT-knop
In de gesplitste weergave
48