Vóór de installatie
■ Raak de lens niet met blote handen aan
Raak de lens niet met blote handen aan. Vlekken of
vingerafdrukken op de lens kunnen de beeldkwaliteit negatief
beïnvloeden.
Voorzichtig
■ Laat de projector zo mogelijk ongeveer 30 minuten
opwarmen voordat u scherpstelt (P49)
Direct na het opstarten kan de hitte van de lichtbron ertoe leiden dat niet goed kan
worden scherpgesteld. Bij het scherpstellen is het ook handig het testpatroon (10)
(P109, P162) te gebruiken.
■ Installeer de projector op voldoende afstand van muren
en eventuele andere obstakels
Als het luchtinlaat- of
luchtuitlaatrooster
geblokkeerd is, zal de
warmte binnen in de
projector toenemen, wat
mogelijk kan leiden tot
een storing of een kortere
levensduur van de
projector.
Voorzichtig
Installeer de projector ook
niet in een smalle, nauw
omsloten ruimte met
slechte ventilatie. Installeer het toestel op een goed geventileerde
plaats. Zorg voor een minimale ruimte van 50 cm aan de
bovenkant, de zijkanten en achterkant van de projector. Zorg ook
voor een minimale ruimte van 2 cm onder de projector.
■ Pas op voor condensatie
Als de kamertemperatuur plotseling mocht toenemen, kan de vochtigheid in de
lucht condenseren op de projectorlens en -spiegel, waardoor het beeld onscherp
wordt. Wacht totdat de condens verdampt is en het geprojecteerde beeld weer
normaal wordt.
■ Pas de instellingen aan bij een hoogte van meer dan
2.300 m
Projectorinstellingen moeten worden aangepast als u de projector gebruikt op een
hoogte van 2.300 m of meer. Raadpleeg met name de instructies voor [Grote
hoogte] (P155) in het menu [Installatie-instellingen].
Luchtinlaatrooster
Luchtuitlaatrooster
Luchtinlaatrooster
26
Warme
luchtstroom