14.3 Tapwaterzijdig drukverlies
Het tapwaterzijdig drukverlies
In de hiernaast getoonde grafieken wordt het
tapwaterzijdig drukverlies van uitsluitend de toestellen
weergegeven.
De werkelijk doorstromende waterhoeveelheid wordt bepaald
door de beschikbare koudwater inlaatdruk op het toestel bij
een volledig geopende kraan en het drukverlies van het
betreffende warmwater gedeelte.
Wat te doen bij een te lage voordruk
Als de voordruk bij het toestel te laag is, bijvoorbeeld bij
etagebouw, kan de volumestroom te laag worden.
Om de volumestroom weer te vergroten kan de hoeveelheids-
begrenzer uit het toestel worden verwijderd, waardoor de
kans aanwezig is dat de volumestroom weer te groot kan
worden om het water voldoende op te warmen.
De hoeveelheidsbegrenzer bevindt zich in de uitlaat van de
stromingssensor tapwater, zie blz. 31.
Plaats een instelbaar kraantje om de volumestroom nu
goed in te kunnen stellen.
De volumestroom dient ten allen tijden overeen te komen
met het cw-tapdebiet.
• BlueSense 3:
± 6
• BlueSense 4:
± 7,5
• BlueSense 5:
± 9
januari 2018
l/min.
l/min.
l/min.
BlueSense 3
/ BlueSense 4
32
Tapwaterzijdig drukverlies over de BlueSense 3
Figuur 14.2
Tapwaterzijdig drukverlies over de BlueSense 4
Figuur 14.3
Tapwaterzijdig drukverlies over de BlueSense 5
Figuur 14.4
1. Het drukverlies met hoeveelheidsbegrenzer.
2. Het drukverlies zonder hoeveelheidsbegrenzer.
/ BlueSense 5
32
32
37