Werking:
Opstartcyclus
1. De steker wordt in de wandcontactdoos gestoken.
2. Na circa 10 seconden ziet u enige tijd 2 cijfers, bijv. 30,
in het display. Dit betekent software versie 3.0.
3. De ventilator (16) draait. U ziet 'FH' op het display.
3. Tegelijkertijd draait de pomp (32) (cyclisch aan/uit).
Na het opstartprogramma (ca. 5
min.) ziet u de waterdruk in de cv-
installatie (16 = 1,6 bar), zoals het
voorbeeld hiernaast. Het toestel is
gereed voor gebruik.
Als er een bepaalde code knippert (A of F) of als er hele-
maal niets op het display staat, is er iets aan de hand.
Zie hoofdstuk 13.2 op blz. 32 en 33.
Ontsteking
Ontstekingsprocedure:
1. Er is warmtevraag:
2. • bij warm watervraag stopt de pomp (32).
• bij cv-vraag gaat pomp (32) draaien.
3. De ventilator (16) wordt aangestuurd.
4. De gecombineerde vlamelektrode (81/82) gaat vonken.
5. Het gasblok (44) opent de gastoevoer
6. Het gas komt de ventilator in, die het
gas/luchtmengsel naar de brander blaast.
7. Bij de brander wordt het mengsel door de vlamelektrode
(81/82) ontstoken, waarna de warmte via de cv-wisselaar
(161) aan het langsstromende cv-water wordt overgedra-
gen.
8. Het vlamsignaal wordt met de vlamelektrode gemeten.
Als na het ontsteken voldoende vlamsignaal wordt
gemeten, verschijnt het vlamsymbool op het display:
De grootte van de vlam is afhankelijk
van het brandervermogen.
9. Hierna volgt vrijgave van de regeling.
Als het toestel na het openen van de gasklep niet
ontsteekt, geeft het toestel een vlamstoring (A01) aan.
Herstart
Als de ontsteking de eerste keer niet lukt, doet het toestel
nog 2 keer een ontsteekpoging voordat het in storing valt.
Als het toestel na een vlamstoring is gereset, wordt er maar
1 ontsteekpoging uitgevoerd.
Als een vlamstoring 5 keer is gereset, werkt de resettoets
niet meer. In dit geval dient de steker even uit het stop-
contact te worden gehaald!
januari 2018
: warm waterverwarming;
: centrale verwarming.
BlueSense 3
/ BlueSense 4
32
Einde warmtevraag
1. Gasblok (44) stopt de gastoevoer.
2. De ventilator (16) draait na.
3. Na cv-verwarming draait de cv-pomp na afhankelijk
÷
van instelling i
05, zie blz. 24.
Wachttijden (signalering d1, d2 of d3)
d1: na tapwatervraag schakelt het toestel pas na een
wachttijd over op eventueel cv-bedrijf.
d2: ook als de brander uitschakelt door een te hoge cv-
aanvoertemperatuur, is er een wachttijd.
d3: bij herhaalde ontsteekpoging is er een wachttijd.
Directe beveiligingen
Vlamelektrode (81/82)
Gedurende het ontsteken en branden controleert de print of
de vlam aanwezig blijft. Het vlam signaal
display geeft aan of dit signaal aanwezig is. Als het signaal
er niet is of wegvalt, geeft het toestel een A1-storing aan.
Deze storing is met de RESET-toets op te heffen.
Delta-T beveiliging warmtewisselaar (278 en 186)
Om de warmtewisselaar (161) te beveiligen tegen een
te groot temperatuurverschil, bij onvoldoende waterdoor-
stroming, mag het temperatuurverschil tussen de cv-
aanvoer- (278) en cv-retoursensor (186) niet te groot
worden. Indien temperatuurverschil te groot wordt, wordt het
vermogen teruggemoduleerd.
Te hoge cv-aanvoertemperatuur
Als de cv-aanvoer-dubbel-sensor (278) langere tijd een
temperatuur van meer dan 105
een A3-storing.
Lage druk in de cv-installatie (137)
Als de cv-waterdruk onder ± 0,4 bar komt, schakelt het
toestel uit en geeft het toestel een F37-storing aan.
Als de druk weer voldoende is, wordt deze storing
automatisch opgeheven. Als de druk aan de lage kant is,
tussen 0,4 en 0,7 bar, wordt F20 zichtbaar. Hiermee wordt
de bewoner gewaarschuwd dat er bijgevuld moet worden.
Hoge druk in de cv-installatie (137)
Cv-waterdruk erg hoog (2,5 - 2,8 bar): .... F21
De brander blijft in bedrijf.
Cv-waterdruk te hoog (> 2,8 bar): ........... F40
De brander is uit.
Foutcode F40 3x voorgekomen: .............. A26
De brander is uit.
Overstortventiel cv-zijdig (14)
Dit ventiel treedt in werking bij een cv-druk hoger dan 3 bar.
Vorstbeveiliging (278)
Het toestel wordt d.m.v. een vorstbeveiligingsfunctie via
de cv-aanvoersensor (278) beveiligd tegen bevriezing. Als
de temperatuur bij deze sensor onder de 5
toestel op laagstand branden en schakelt weer uit na een
temperatuurverhoging tot 15
Voorkomen vastzitten van de pomp (32)
Om te voorkomen dat de pomp (32) vast gaat zitten,
wordt deze, indien er 24 uur geen cv-vraag is geweest,
enkele seconden aangestuurd.
Rookgassensor
Deze sensor schakelt het toestel uit als deze 2 minuten
lang een temperatuur meet die hoger is dan de inge-
stelde waarde.
Hiermee wordt het rookgasafvoersysteem beveiligd
tegen te hoge temperaturen.
/ BlueSense 5
32
32
op het functie-
o
C meet, geeft het toestel
o
C komt, gaat het
o
C.
35