12.2.7
Gasverbruik
•
Meet het gasverbruik bij max. vermogen.
Zie blz. 38 voor het maximum gasverbruik.
12.2.8
Vlamelektrode werking
• Controleer (luister eventueel) of er bij de start
een goede vonk is voor de ontsteking.
• Controleer de conditie van de kabel naar de
vlamelektrode.
12.2.9
Rookgaslekkage brander
Controleer (m.b.v. bijvoorbeeld een lasspiegel)
het toestel op rookgaslekkage tussen de cv-
wisselaar en de brander.
12.2.10 CO
-percentage vollast
2
t/m
CO-waarde vollast
12.2.13 CO
-percentage laaglast
2
CO-waarde laaglast
Meet het CO en CO
•
bij vollast: tapkraan vol open.
• bij laaglast: op cv-bedrijf.
Belangrijk! : voorpaneel terugplaatsen,
voordat u de CO / CO
Dicht de opening rondom de meet-
sondes tijdens de meting goed af.
Juiste waarden CO
• Aardgas (G25):
laagstand 7,5-9,5% CO
Als de CO
-waarden afwijken, controleer dan:
2
• bij laaglast:de gasdrukinstelling gasblok,
zie 12.2.6.
• bij vollast:
• gasrestrictie (aanwezigheid / vervuiling)
Let op: het CO
2
vervuiling!
Toegestane waarden CO in rookgassen:
bij laaglast / vollast.
(geldt voor aardgas)
Toegestane
waarde
< 300 ppm
> 300 ppm
< 1.000 ppm
> 1.000 ppm
Meetnauwkeurigheid: 20%
Als de CO-waarde te hoog is, controleer dan:
• het branderbed.
• de gasdrukinstelling op laagstand, zie 12.2.6.
• rookgasafvoer en luchttoevoer, zie blz. 13.
• rookgasrecirculatie.
30
-percentage in de rookgasafvoer.
2
-meting doet.
2
in rookgassen:
2
vollast 8-9,5% CO
2
het gasverbruik, zie 12.2.7.
-percentage is geen maat voor
Beoordeling
Geen bezwaar
tegen het gebruik
Verhoogde CO-waarde:
zoek de oorzaak van de hoge
CO-waarde en los dit op
Ontoelaatbare hoge CO-waarde:
zet het cv-toestel uit.
Waarschuw de bewoners het
toestel niet meer aan te zetten.
Zoek de oorzaak van de hoge
CO-waarde en los dit op.
BlueSense 3
32
12.2.14 Werking tapwaterbedrijf
Controleer warm waterbedrijf.
12.2.15 Hoeveelheidsregelaar tapwater
Open een warm waterkraan en meet de volumestroom.
Vervang de hoeveelheidsregelaar bij een te grote
afwijking (meer dan -15%). Zie ook de tapwater-
grafieken op blz. 37 en de technische specificaties op
blz. 38. Controleer ook het filter aan de inlaat van de
stromingssensor.
12.2.16 Warm watertemperatuur
Open een warm waterkraan en meet de temperatuur.
Zodra de brander voor tapwater in bedrijf is,
is op het display zichtbaar:
12.2.17 Koppelingen
Controleer de gas-, tapwater- en cv-koppelingen
op bevestiging en lekkage. Indien nodig:
• Draai de koppelingen vast
• Vervang bij lekkage de pakking of o-ring.
12.2.18 Werking voor cv-bedrijf
Zet de kamerthermostaat vragend en controleer de
werking voor cv. Zodra de brander voor cv in bedrijf
is, is op het display zichtbaar:
Omdat de cv-pomp iedere 24 uur even bekrachtigd
wordt, kan deze in principe niet vast gaan zitten.
12.2.19 Druk van de cv-installatie
2
Bij klachten van bewoners over extra bijvullen of bij veel
F20/F21/F37/F40/A26-storingen in het storingsgeheugen:
controleer het expansievat en de cv-overstort.
12.2.20 Rookgasafvoer en de luchttoevoer
Controleer of (de aansluitingen van) het lucht-
toevoer- en rookgasafvoersysteem in een goede
staat verkeert en de verbindingen goed dicht zijn.
12.2.21 Meetnippels gasblok
Controleer of de meetnippels op het gasblok
goed gesloten zijn! Gebruik Torx T10.
Monteer het voorpaneel weer op z'n plaats.
Vergeet niet, in verband met de elektrische
veiligheid, om het voorpaneel weer met de
schroeven vast te schroeven.
Papier of ander materiaal mag niet op of tegen
verwarmingstoestellen aanliggen.
De ketel moet rondom vrij zijn. Controleer dit en
leg dit eventueel uit aan de bewoners!
Controleer of de meetpunten in de rookgasafvoer-
en luchttoevoeraansluitingen bovenop het toestel
weer gesloten zijn!
/ BlueSense 4
/ BlueSense 5
32
.
•
De druk moet ca. 1,6 bar zijn
(bij een koude cv-installatie).
•
Als de druk aan de lage kant
is (lager dan 1 bar), moet de
cv-installatie bijgevuld worden.
32
januari 2018